Kamervraag 2025Z19188

De berichten ‘Leider sadistisch onlinenetwerk vast op verdenking van terrorisme’ en ‘Sadistische online chatgroepen actief, verdachte vast op terrorisme-afdeling’

Ingediend 23 oktober 2025
Beantwoord 10 december 2025 (na 48 dagen)
Indiener Mirjam Bikker (CU)
Beantwoord door Foort van Oosten (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid terrorisme
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z19188.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-620.html
  • Vraag 1
    Hoe luidt uw reactie op de artikelen «Leider sadistisch onlinenetwerk vast op verdenking van terrorisme»1 en «Sadistische online chatgroepen actief, verdachte vast op terrorisme-afdeling»?2

    Ik heb met afschuw kennisgenomen van de berichtgeving. De online wereld moet een veilige omgeving zijn voor iedereen. Het is dan ook onacceptabel dat dergelijke netwerken azen op (kwetsbare) kinderen en volwassenen, waarbij platformen worden misbruikt om hun ideeën te verspreiden en hun netwerken te versterken.

  • Vraag 2
    Wat kunt u delen over de internationale omvang van het sadistisch onlinenetwerk «764» en daarbij de Nederlandse «tak» en vergelijkbare online chatgroepen?

    In Nederland heeft de politie op dit moment zicht op meerdere betrokkenen (verdachten, deelnemers en slachtoffers). Een deel daarvan is geïdentificeerd. De aard van het fenomeen leidt ertoe dat het lastig is om uitspraken te doen over de omvang in Nederland, maar dat het fenomeen zich niet beperkt tot onze landsgrenzen, staat vast.
    Ook kan ik over de internationale omvang van het netwerk helaas geen uitspraken doen. Het netwerk van 764-gerelateerde groepen wordt gezien als een onderdeel van «The Com» (The Community). Dit is een fluïde internationale online gemeenschap van op criminaliteit gerichte groepen, individuen en kanalen. Binnen bepaalde «764»-groepen is (het verheerlijken van) geweld en seksueel misbruik een doel op zich. In enkele gevallen speelt ideologie een rol bij leden van deze groepen, maar in andere gevallen lijkt dit niet of minder het geval. Daarnaast vinden de activiteiten binnen deze netwerken plaats op besloten online kanalen waarop weinig zicht is. Ook verschijnen of verdwijnen er continu nieuwe groepen. Een afbakening maken van het netwerk blijkt hierdoor ingewikkeld.
    Het WODC heeft in een aantal studies aangegeven dat de omvang van dit soort verborgen fenomenen niet betrouwbaar te schatten is.3 Zo doen slachtoffers waarschijnlijk niet altijd aangifte of melding bij de politiediensten. Bovendien kan het zo zijn dat niet alle incidenten op de juiste wijze worden herkend en gerelateerd aan dit fenomeen.

  • Vraag 3
    Ziet u de noodzaak om de omvang van extremistische uitingen op digitale platformen systematisch in kaart te brengen, wat nu, zo constateert een recent rapport van The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), in Nederland niet gebeurt?3 Zo ja, hoe wilt u dat doen? Zo nee, waarom niet?

    Het systematisch in kaart brengen van de omvang van extremistische uitingen is op dit moment bijzonder ingewikkeld. Extremistische en terroristische groeperingen misbruiken online platformen, waaronder sociale media platformen, om propaganda te verspreiden en in stand te houden, nieuwe leden te rekruteren en zelfs aanslagen voor te bereiden. Hierbij wordt ook veel gebruik gemaakt van besloten chatgroepen op platformen, waarbij de detectiemogelijkheden beperkt zijn. Deze netwerken zijn verder, zoals hierboven benoemd, fluïde; dat wil zeggen dat er continu nieuwe online groepen verschijnen of verdwijnen en dat verspreiders van extremistische uitingen vaak eenvoudig nieuwe accounts kunnen aanmaken.
    De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) werkt middels de Versterkte Aanpak Online aan een gecoördineerde aanpak van specifiek online extremisme en terrorisme. Daarin wordt intensief samengewerkt met partners binnen het veiligheidsdomein, maar ook in het jeugddomein en met de online platformen. In Nederland geeft de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) uitvoering aan de Verordening Terroristische Online-Inhoud (TOI-verordening) en is bevoegd om terroristische content te detecteren en deze te laten verwijderen of ontoegankelijk te laten maken. Voor het aanpakken van zeer onwenselijke, maar niet strafbare content is de overheid afhankelijk van de inzet van internetplatformen zelf. Zij dragen een verantwoordelijkheid om de online veiligheid van hun gebruikers te waarborgen. Nog voor het einde van het jaar zal ik in de voortgangsbrief Versterkte Aanpak Online nader ingaan op de verdere ontwikkelingen in de aanpak van online extremisme en terrorisme.

  • Vraag 4
    Hebben Openbaar Ministerie, politie en inlichtingendiensten voldoende capaciteit en mogelijkheden om inzicht te krijgen in de chatgroepen, daders op te sporen en slachtoffers te beschermen? Wat is er nodig zodat zo snel mogelijk meer daders worden opgespoord en slachtoffers de hulp krijgen die ze nodig hebben? Welke stappen bent u van plan hierin te zetten?

    Het kabinet vindt het belangrijk dat er voldoende capaciteit is om digitale misdrijven, waaronder strafbare vormen van extremisme, te bestrijden. De bestrijding van deze misdrijven is complex en vereist zowel technologische expertise als samenwerking op nationaal en internationaal niveau.
    De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) doet op basis van de Wet Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) onderzoek naar organisaties en personen die een dreiging vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, de nationale veiligheid of voor andere gewichtige belangen van de staat. Het is daarbij belangrijk dat de AIVD meegroeit met het steeds diverse wordende dreigingslandschap. Het kabinet heeft aangekondigd dat de Wiv 2017 moet worden herzien. Dat is nodig om beter aan te sluiten bij de benodigde versterking van slagkracht en wendbaarheid van de AIVD en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). In de wetsherziening zal ook uitdrukkelijk aandacht worden besteed aan het actualiseren van benodigde grondslagen voor samenwerking met partners, medeoverheden, kennisinstellingen en bedrijven. Over de voorgenomen wijzigingen van dat wetsvoorstel bent u geïnformeerd via de hoofdlijnennotitie over de herziening van de Wiv.5
    Binnen de politie wordt samengewerkt tussen teams op het gebied van contra-terrorisme, online seksueel kindermisbruik en hightech crime. De politie ontplooit daarnaast, waar mogelijk samen met ketenpartners, diverse activiteiten om het fenomeen breder onder de aandacht te brengen en zo bij te dragen aan betere herkenning en registratie. Daarnaast wordt geïnvesteerd in kennis en vaardigheden bij politie op het gebied van digitale opsporing.
    Om overheidsprofessionals te ondersteunen bij het signaleren van dit fenomeen heeft het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) een specifieke training ontwikkeld.

  • Vraag 5
    Is de huidige wet- en regelgeving effectief in het inzicht krijgen in de online extremistische kanalen, het tegengaan en verwijderen van de gruwelijke en extreme berichten, het opsporen van daders en voorkomen van en bescherming bieden aan potentiële slachtoffers? Kunt u in het kader hiervan ook reflecteren op de conclusies hierover in het rapport van HCSS?

    Bij de bestrijding van illegale content ligt de nadruk in de huidige wet- en regelgeving vooral op het verwijderen of tegengaan van de content zelf. Zo bevat het huidige wettelijke instrumentarium, zoals de TOI-verordening en de Digital Services Act (DSA), duidelijke verplichtingen voor de bestrijding van terroristische en andere illegale content op online platformen. Deze instrumenten vormen een belangrijke basis voor het tegengaan van dergelijke content. Daarnaast wordt continu bezien of de huidige wet- en regelgeving aanpassing en aanscherping behoeft. Online platforms zijn zelf verantwoordelijk voor hun moderatiebeleid. Zodra zij – via eigen onderzoek of na een melding – op de hoogte raken van strafbare content, moeten zij deze prompt verwijderen. In Nederland speelt de ATKM hierbij een belangrijke rol. Wanneer de ATKM online materiaal aantreft dat zij op grond van de TOI-verordening als terroristisch beoordeelt, stuurt zij hier een verwijderingsbevel op uit. Hostingdiensten die dergelijk materiaal aanbieden en een verwijderingsbevel ontvangen, moeten dit binnen één uur verwijderen of ontoegankelijk maken. De ATKM beschikt sinds eind oktober jl. over een online meldpunt waar internetgebruikers terroristische inhoud op het internet kunnen melden.
    Daarnaast houdt in Nederland de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toezicht op de naleving van de DSA door hier gevestigde tussenhandeldiensten, waaronder online platforms. Voor de zogenoemde zeer grote onlineplatforms (VLOPs), zoals Meta en TikTok, ligt het toezicht bij de Europese Commissie.
    Het effectief aanpakken van de verspreiders (en mogelijke daders) van deze content is een flinke uitdaging. Zoals eerder benoemd, kunnen verspreiders vaak eenvoudig nieuwe accounts aanmaken, waardoor detectiemogelijkheden beperkt zijn. Hier ligt ook een belangrijke verantwoordelijkheid voor de online platformen zelf: zij kunnen middels onderlinge informatie-uitwisseling voorkomen dat veelplegers simpelweg van platform wisselen. In mijn structurele dialoog met de platformen benadruk ik deze verantwoordelijkheid voortdurend. Wat betreft de bescherming van (potentiële) slachtoffers, verwijs ik u graag naar het antwoord op vraag 7.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om hostingbedrijven verantwoordelijk te stellen als er illegale, extremistische en/of gewelddadige content of wordt verspreid via sites die door hen worden gehost? Bent u bereid om in Europees verband bijvoorbeeld te pleiten voor een stevige zorgplicht? Zo nee, waarom niet?

    Het tegengaan van online radicalisering is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. In Nederland zijn hostingbedrijven en online platforms op basis van de DSA en de TOI-verordening eraan gehouden om illegale content aan te pakken zodra zij hiervan op de hoogte raken. De DSA legt hen verschillende zorgvuldigheidsverplichtingen op met betrekking tot de inrichting van hun platform en de content die ermee wordt gehost en/of verspreid. Het kabinet biedt, samen met andere EU-lidstaten, continu input voor verdere verfijning van genoemde wetgeving en verdere versterking van regelgeving waar noodzakelijk. In dit licht ben ik bereid te kijken naar de wenselijkheid en de haalbaarheid van een aanvullende zorgplicht voor online platformen in Europees verband.
    Aanvullend hierop zet Nederland zich in voor een versterking van het beleid ten aanzien van online radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme. Nederland neemt daarbij een actieve rol binnen de Europese Unie en zal op korte termijn, samen met gelijkgezinde lidstaten, de Europese Commissie oproepen om onder meer samen met online platforms een vrijwillige gedragscode op te stellen om hen beter in staat te stellen om verspreiding van illegale content tegen te gaan.

  • Vraag 7
    Meent u dat online platforms voldoende doen om het ronselen van slachtoffers tegen te gaan? Zo ja, kunt u dit onderbouwen? Zo nee, wat doet u om de bescherming van kinderen en jongeren op de platforms te vergroten?

    Ik constateer dat kwaadwillenden nog steeds in staat zijn om contentmoderatie te omzeilen en extremistische of terroristische content te verspreiden en hun netwerken te onderhouden, ook op grote online platformen. Dit draagt bij aan de snelle online radicalisering en mogelijke geweldsdreiging van met name jongeren in onder andere het rechts-terroristische en jihadistische online milieu.6 Deze ontwikkelingen vind ik zeer zorgelijk en daarom blijf ik online platformen aanspreken op hun verantwoordelijkheid hierin.
    De online platforms zijn zelf aan zet om te zorgen dat hun gebruikers online veilig zijn, conform de (zorgvuldigheids-)verplichtingen uit de TOI-verordening en de DSA. De ATKM kan bedrijven verplichten online terroristisch (maar ook kinderpornografisch) materiaal te verwijderen wanneer zij dit op hun platformen aantreft. In het bijzonder verplicht de DSA online platformen ook tot het nemen van maatregelen om minderjarigen te beschermen. In dat kader heeft de Europese Commissie op 14 juli jl. richtsnoeren gepubliceerd over de bescherming van minderjarigen online, waarin wordt geadviseerd hoe online platformen een hoog niveau van privacy, veiligheid en beveiliging voor minderjarigen kunnen waarborgen.7
    Om kinderen beter te beschermen in de digitale wereld, is recent de «Strategie Kinderrechten Online» tot stand gekomen en met uw Kamer gedeeld.8 Hierin zet de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) uiteen hoe we kinderrechten beschermen in een digitale wereld. De aanpak richt zich onder meer op sterkere Europese regels en handhaving, betere ondersteuning voor ouders en het vergroten van de digitale weerbaarheid van kinderen.

  • Vraag 8
    Is er voldoende hulp en ondersteuning beschikbaar voor de slachtoffers? Zo nee, hoe zorgt u ervoor dat de slachtoffers alle hulp ontvangen die ze nodig hebben?

    Ja, er is voldoende hulp en ondersteuning beschikbaar voor slachtoffers die hier een beroep op (willen) doen. Zo kunnen slachtoffers, indien zij dit wensen, gebruik maken van gratis hulp en ondersteuning door Slachtofferhulp Nederland (SHN). Dat kan op zowel praktisch als emotioneel gebied en er kan, in geval van een strafzaak, juridische ondersteuning worden geboden. Indien meer gespecialiseerde hulp nodig is, wordt een slachtoffer door SHN doorverwezen naar gespecialiseerde instanties. Ook kunnen slachtoffers zich wenden tot de anonieme hulplijn Helpwanted van Offlimits. Helpwanted is een hulplijn voor online grensoverschrijdend gedrag. Minderjarige slachtoffers, maar ook bijvoorbeeld ouders en docenten, kunnen bij deze voorziening terecht voor informatie en advies. In het geval van illegale content kan Helpwanted een melding maken bij online dienstverleners, zoals platforms, met wie zij goede contacten onderhouden.

  • Vraag 9
    Op welke manier bent u van plan de bewustwording bij ouders te verhogen om alert te zijn en het gesprek aan te gaan met hun kinderen over het onderwerp? Hoe wordt aan ouders ondersteuning geboden?

    De zeer schadelijke online netwerken manifesteren zich op veel plekken op het internet, en de activiteiten die er uit voort kunnen komen variëren van doxing, hacken en simkaart-fraude tot aanzetten tot automutilatie of (extremistisch) geweld. Vanuit politie, psychiatrie, onderwijs, jeugdzorg en andere instanties wordt een urgente noodzaak gevoeld meer zicht te krijgen op alle aspecten van de COM-netwerken en de verschillende disciplines samen te brengen.
    Waar het gaat om radicalisering richting extremistisch of terroristisch geweld, vormt de lokale aanpak een essentieel onderdeel van de kabinetsinzet. Hierbij is altijd sprake van maatwerk.
    Het versterken van digitale weerbaarheid is een belangrijke pijler binnen de preventieve aanpak van online radicalisering, waarbij passende en effectieve interventies op lokaal niveau van groot belang zijn. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zet binnen de Actieagenda Integratie en Open en Vrije Samenleving sterk in op de preventie van (online) radicalisering en het vergroten van digitale weerbaarheid. Een onderdeel hiervan is het faciliteren en ontwikkelen van bewustwordingscampagnes. SZW heeft vanuit de Actieagenda ook aandacht voor jongerenwerkers, zodat zij (online) radicalisering kunnen herkennen en voorkomen. Hierbij zet SZW in op het vergroten van bewustwording, kennis en handelingsperspectief, rekening houdend met nieuwe online fenomenen en ontwikkelingen. Zo organiseerde de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS), onderdeel van SZW, in samenwerking met het Nationale Jeugdinstituut (NJi) een webinar voor onderwijs- en jeugdprofessionals.
    Ook wordt vanuit het Ministerie van BZK ingezet op het ondersteunen van ouders in de digitale opvoeding. Onlangs startte de meerjarige publiekscampagne Blijf in Beeld. Via jouwkindonline.nl wordt informatie over mediaopvoeding en praktische handvatten voor ouders geboden, waaronder de richtlijn voor gezond schermgebruik.
    Scholen spelen eveneens een belangrijke rol in het signaleren van problemen die samenhangen met de online leefwereld van leerlingen. Zij kunnen ondersteuning inschakelen wanneer zij merken dat er iets speelt. Het «niet-pluisinstrument» van Stichting School en Veiligheid helpt onderwijspersoneel om de juiste stappen te zetten als ze denken dat er iets aan de hand is. Daarnaast wordt met het wetsvoorstel Vrij en Veilig Onderwijs, dat bij uw Kamer is ingediend, een vertrouwenspersoon verplicht voor elke school, zodat leerlingen laagdrempelige hulp ter beschikking hebben. In het bredere kader van kindermishandeling en huiselijk geweld investeert het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ook in scholing voor samenwerkingsverbanden, specifiek gericht op de rol van Veilig Thuis en de meldcode en werkt aan het structureel onder de aandacht brengen op scholen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.9

  • Vraag 10
    Meent u dat er voldoende bewustwording en alertheid is bij instanties zoals scholen, jeugdzorg en jongerenwerkers? Zo nee, hoe werkt u aan het verhogen van die bewustwording en alertheid?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Mededeling - 13 november 2025

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bikker (ChristenUnie, van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten «Leider sadistisch onlinenetwerk vast op verdenking van terrorisme» en «Sadistische online chatgroepen actief, verdachte vast op terrorisme-afdeling» (ingezonden 23 oktober 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z19188
Volledige titel: De berichten ‘Leider sadistisch onlinenetwerk vast op verdenking van terrorisme’ en ‘Sadistische online chatgroepen actief, verdachte vast op terrorisme-afdeling’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20252026-620
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Bikker over de berichten ‘Leider sadistisch onlinenetwerk vast op verdenking van terrorisme’ en ‘Sadistische online chatgroepen actief, verdachte vast op terrorisme-afdeling’