| Ingediend | 19 september 2025 |
|---|---|
| Beantwoord | 1 oktober 2025 (na 12 dagen) |
| Indiener | Folkert Idsinga (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) |
| Beantwoord door | Karremans |
| Onderwerpen | economie overige economische sectoren |
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z17313.html |
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-174.html |
Ja.
PostNL heeft op 5 september 2025 een formeel verzoek ingediend om de UPD-aanwijzing in te trekken. PostNL stelt dat de wettelijke UPD-verplichtingen sinds 2025 verlieslatend zijn en de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen. Het ministerie behandelt momenteel dit verzoek. Ik heb besproken met de CEO van PostNL dat ik niet voornemens ben dit verzoek in te willigen. PostNL heeft aangegeven binnen twee maanden duidelijkheid te willen hebben over een besluit. Als er geen beslissing wordt genomen, of als er geen alternatieve maatregelen komen die de financiële situatie van PostNL voldoende verbeteren, heeft het bedrijf aangegeven zich niet langer aan bepaalde verplichtingen uit de Postwet te zullen houden.
Op 17 september jl. heeft PostNL een presentatie gehouden aan beleggers over de financiële situatie en hun plannen voor de komende jaren.2 Uit deze presentatie volgen de volgende voornemens van PostNL:
Het is aan PostNL om zelf zorgvuldig te bepalen hoe zij hun bedrijfsvoering in de komende jaren willen vormgeven. Hierbij is het belangrijk voor de samenleving dat de postvoorziening toegankelijk blijft voor ouderen en mensen die wonen in buitengebieden. Het is de verantwoordelijkheid van de ACM om als onafhankelijk toezichthouder op te treden wanneer PostNL de wet niet naleeft.
Ik ben in constructief overleg met PostNL over de toekomst van de Universele Postdienst (UPD) en de wijze waarop de postbezorging duurzaam kan worden ingericht. Met het conceptbesluit tot wijziging van het Postbesluit dat binnenkort in consultatie wordt gebracht, wordt al een stap gezet om de UPD toekomstbestendig te maken. Deze wijziging ziet op het stapsgewijs wijzigen van de overkomstduur en de bezorgbetrouwbaarheid. Met deze wijzigingen ontstaat meer ruimte voor de verlener van de UPD om de dienstverlening efficiënter in te richten, terwijl tegelijkertijd duidelijkheid wordt geboden over de kwaliteitseisen op langere termijn. Zo kan de verlener reële stappen zetten naar een hogere bezorgbetrouwbaarheid in de praktijk. Dit draagt bij aan de continuïteit van de UPD.
Voor rouw- en medische post blijft de huidige norm van bezorging binnen één dag met een betrouwbaarheid van 95% onverkort van kracht.
Uit onderzoek blijkt dat niet zozeer de duur van de overkomst voor mensen het belangrijkst is, maar vooral de bezorgbetrouwbaarheid – met andere woorden: dat de brief daadwerkelijk op de verwachte dag aankomt. Ik acht de risico’s voor burgers en bedrijven daarom beperkt. Mijn beleidsvoornemen is om de bezorgduur stapsgewijs te verlengen van D+1 naar D+2 en uiteindelijk naar D+3. Dat betekent dat een deel van de post later zal aankomen dan men nu gewend is, maar wel nog steeds aankomt. Daarmee blijft de communicatiebehoefte van verschillende groepen gebruikers, inclusief kwetsbare groepen, geborgd.
De verlenging van de bezorgduur binnen de universele postdienst (UPD) naar D+2 en op termijn naar D+3, betekent dat reguliere post er gemiddeld iets langer over kan doen. Voor verkiezingspost, rouwpost en stempassen geldt dit echter niet.
Verkiezingspost valt buiten de UPD en wordt behandeld als zakelijke post, waarvoor de overheid rechtstreeks afspraken maakt met PostNL. Daarmee kan worden geborgd dat stempassen tijdig bij kiezers aankomen.
Wel is er een wisselwerking: doordat de bezorgduur van reguliere post ruimer wordt, neemt het belang toe van zorgvuldige afspraken en maatwerk rondom verkiezingspost. Zo richt PostNL rond verkiezingen speciale processen in en wordt, waar nodig, gewerkt met alternatieve bezorgmethoden om te garanderen dat kiezers hun stempas of vervangende stempas op tijd ontvangen. Het Ministerie van BZK houdt dit nauwlettend in de gaten en onderzoekt daarnaast of de wettelijke termijnen in de Kieswet toekomstbestendig zijn.
Er zijn geen signalen dat PostNL voornemens is de bezorgfrequentie voor medische post en rouwpost aan te passen.
Ik neem op dit moment het verzoek voor intrekking van de UPD-aanwijzing in behandeling. Bij deze behandeling zal ik ook in ogenschouw nemen hoe de publieke belangen op de postmarkt het beste geborgd kunnen worden. Ook heeft het bij vraag 3 genoemde voorstel tot wijziging van het Postbesluit 2009 invloed op de continuïteit van de dienstverlening.
Het gedrag van private partijen ligt buiten mijn invloed; zij kunnen ervoor kiezen dit soort stappen te ondernemen. Het is hun recht om hun belangen te verdedigen wanneer hun bedrijfsvoering wordt geraakt. Tegelijkertijd ga ik ervan uit dat bedrijven zich bij hun afwegingen ook bewust zijn van de maatschappelijke verantwoordelijkheid die zij dragen. In het geval van PostNL zijn er bijvoorbeeld wettelijke bepalingen over het aantal brievenbussen. Het is de taak van de ACM om als onafhankelijk toezichthouder op te treden als PostNL de wet niet naleeft.
Gezien de lopende voorbereidingen in verband met de wijziging van het Postbesluit 2009 is het helaas niet gelukt om de vragen binnen één week te beantwoorden.