| Ingediend | 18 juli 2025 |
|---|---|
| Beantwoord | 19 september 2025 (na 63 dagen) |
| Indiener | Merlien Welzijn (NSC) |
| Beantwoord door | Mona Keijzer (minister volkshuisvesting en ruimtelijke ordening) (BBB) |
| Onderwerpen | bouwen en verbouwen huisvesting |
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z14790.html |
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-26.html |
In het kader van het Klimaatakkoord is al een ondersteuningsprogramma en een subsidieregeling opgezet «de Renovatieversneller», met als doel om woningen sneller, efficiënter en betaalbaar te verduurzamen. In december 2020 is de Renovatieversneller geëvalueerd. In de evaluatie is vastgesteld dat de toenmalige stimuleringsregeling te complex was en niet effectief in samenhang met de regeling voor vermindering van de verhuurderheffing. Ook is vastgesteld dat stakeholders nog steeds achter het doel en globale aanpak van de Renovatieversneller stonden en dat er meer nadruk nodig was op ondersteuning van verhuurders.
Begin 2021 publiceerde TNO daarnaast een pleidooi voor een Contingentenaanpak voor verduurzaming van gebouwen. Mede op verzoek vanuit de regietafel Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving is er een verkenning uitgevoerd naar de wijze waarop een contingentenaanpak ook bij kan dragen aan een meer voorspelbare en continue marktontwikkeling voor verduurzaming in de koopsector.
De analyses gaven samengevat de volgende inzichten voor de huur- en koopmarkt: het ontstaan van continue, voorspelbare verbouwstromen is essentieel voor een substantiële groei van innovatief en duurzaam verbouwen. Dit biedt marktpartijen langjarige zekerheid, vermindert kwetsbaarheid voor economische schokken en maakt investeringen in innovatie, industrialisatie en verduurzaming rendabeler. Hiervoor moeten vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars de vraag meer structureel en grootschalig organiseren in langjarige programma’s. De toeleverende industrie en uitvoerende bouwbedrijven kunnen hierop aansluiten. Deze continue, voorspelbare verbouwstromen ontstaan niet vanzelf, een ondersteuningsprogramma voor vraagbundeling en aanbodontwikkeling is noodzakelijk om woningeigenaren en marktpartijen hierbij te ondersteunen.
Bovenstaande analyses en inzichten hebben geleid tot het besluit dat er een «versnellingsprogramma verduurzaming woningen» moest komen, dat een doorstart was van de Renovatieversneller (gericht op huurwoningen) in combinatie met het bevorderen van een meer seriematige, gestandaardiseerde verduurzaming van koopwoningen met een contingentenaanpak.
De TKI Urban Energy, TKI Bouw en Techniek, Stroomversnelling en de Bouwcampus zijn gevraagd om samen het voortouw te nemen in het uitwerken en organiseren van dit versnellingsprogramma, resulterende in het ondersteuningsprogramma Verbouwstromen met als hoofddoel het realiseren van schaalbare en voorspelbare renovatiestromen en de marktontwikkeling die daarvoor nodig is. Deze organisaties werkten al vanuit een eigen perspectief aan dit doel en wilden hier graag een bijdrage aan leveren. Goede samenwerking tussen deze intermediaire organisaties werd gezien als een van de noodzakelijke randvoorwaarden. Vandaar dat het verzoek is gedaan aan deze partijen om dit samen op te pakken.
Andere noodzakelijke randvoorwaarden om het programma Verbouwstromen succesvol te laten opereren lagen in een goede inbedding in de programmatische aanpak van het Programma versnelling verduurzaming gebouwde omgeving (programmalijn 5: Innovatief en duurzaam bouwen). Daarbij zijn er, gekoppeld aan Verbouwstromen, twee subsidies beschikbaar gesteld ter ondersteuning van de realisatie van grootschalige renovatieprogramma’s: (1) Meerjarige Experimenten Effectieve Renovatiestromen (MEER)2 en (2) Subsidieregeling Procesondersteuning Opschaling Renovatieprojecten (SPOR). Verder hebben het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) en de Nationale Prestatie Afspraken (NPA) een belangrijke bijdrage geleverd aan de noodzakelijke randvoorwaarden voor het programma Verbouwstromen om succesvol te kunnen opereren. Het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) gaf Verbouwstromen de kans om met gemeenten die onderling wilden samenwerken in de uitvoering hiervan een aanpak voor in te richten (Meerjarige Collectief Ontzorgen (MCO) aanpak). De Nationale Prestatie Afspraken (NPA) met woningcorporaties hebben een helder kader gegeven waarbinnen verduurzaming in de huursector versneld en anders georganiseerd kon worden (lees: renovatiestromen).
Als uitgangspunten voor het ontwerp van het programma is vooraf het volgende meegegeven aan de vier partijen (TKI Urban Energy, TKI Bouw en Techniek, Stroomversnelling, de Bouwcampus):
Het belangrijkste speerpunt van het programma bij aanvang was het ondersteunen van «kansrijke samenwerkingsverbanden» met als doel deze te laten groeien tot gezamenlijke renovatieprogramma’s waarbinnen vragende en aanbiedende partijen samen op efficiënte wijze grote aantallen woningen verduurzamen. Samen met deze partijen (koplopers) wordt er in de praktijk geleerd wat er nodig is om te versnellen en op te schalen, en wordt deze kennis en «best practices» breder met de markt te delen. De aanwezigheid van deze «kansrijke samenwerkingsverbanden» kan dan ook gezien worden als een belangrijke kritische succesfactor.
Met de inbedding van het programma Verbouwstromen in de bredere context van het PVGO en daarmee geschepte randvoorwaarden (o.a. NIP en NPA), de budgetreserveringen voor aanvullende subsidies (SPOR en MEER), de analyses vanuit Klimaatakkoord, Renovatieversneller, PVGO, het TNO Contingentenmodel, Verkenning Contingentenaanpak Koopsector, en het door de vier programmapartners opgestelde programmaplan waren de randvoorwaarden en succesfactoren vanuit organisatorisch oogpunt aanwezig. Ook de kennis, ervaring en het bestaande netwerk van de programmapartners, over de volle breedte van de bouwsector, droeg hieraan bij.
Bij de start van het programma was er het beeld dat er voldoende «kansrijke samenwerkingsverbanden» waren waarop het programma zou kunnen bouwen. Bij de uitvoering van het programma bleek dat de samenwerking tussen partijen veel minder ver of kleinschaliger was, dan tevoren verwacht. In de koop-, huur-, en VvE-markt bestonden er nog geen grootschalige renovatietrajecten in de praktijk, ook bij de woningcorporaties was nog nauwelijks sprake van onderlinge samenwerking voor vraagbundeling. Het veranderen van de opzet was dan ook noodzakelijk (zie antwoord 4 voor verdere toelichting). Tegelijkertijd heeft dit de noodzaak van een ondersteuningsprogramma voor vraagbundeling en aanbodontwikkeling (Verbouwstromen) bevestigd: het ontstaat niet vanzelf.
Door de afwezigheid en gebrek aan «kansrijke samenwerkingsverbanden» heeft Verbouwstromen kort na de start van het programma de opzet gewijzigd. Dit was mogelijk door het lerend en adaptief karakter van het programma. In plaats van te opereren vanuit «kansrijke samenwerkingsverbanden», zijn de activiteiten georganiseerd naar drie deelmarkten (huur, koop, VvE) met de focus op vraagorganisatie in die markten, zodat de «kansrijke samenwerkingsverbanden» kunnen ontstaan. Momenteel zijn er 11 consortia die zich hebben gecommitteerd aan regionaal ingerichte, langjarige, omvangrijke renovatieprogramma’s3.
De aanvullende subsidies MEER en SPOR ter ondersteuning van het programma Verbouwstromen zijn beide in 2023 uitgewerkt en gepubliceerd. De uitvraag voor de 1e tranche MEER is op 15 november 2023 gepubliceerd, de 2e tranche op 27 september 2024 en de 3e tranche op 26 mei 2025. De SPOR is gepubliceerd op 11 november 2023 (met een looptijd van 3 jaar)4. Daarnaast is er in december 2022 in een begeleidingsbrief naar gemeenten voor aanvragen in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) verwezen naar het programma Verbouwstromen ter ondersteuning indien men gemeente-overstijgend aan NIP-renovatieprogramma's voor de koopsector wil werken (hier is uiteindelijk de Meerjarige Collectief Ontzorgen (MCO) aanpak uit voortgekomen).
Het programma Verbouwstromen is eind 2022 van start gegaan en loopt nu bijna 3 jaar. In deze periode hebben de interventies van het programma Verbouwstromen geleid tot 11 consortia in de koop- en huursector waar vraag en aanbod bij elkaar zijn gebracht. De aanpak voor de koopsector loopt nu in vier regio’s met in totaal 38 gemeenten en meer dan 300 duizend woningen. In de huursector zijn in totaal 7 consortia gestart met een gecommitteerd volume van 10 duizend woningen t/m 2028 met een directe opschaling van 70 duizend woningen t/m 2032. De verwachting is dat het aantal consortia zich nog uitbreidt tot 17 consortia tegen het einde van 2025. Samen met deze (koplopende) consortia wordt er nu geleerd hoe in grootschalige renovatiestromen te werken. Verbouwstromen ontwikkeld voor en met hen gestandaardiseerde producten en diensten en ondersteund hen bij de implementatie waarmee de beoogde versnelling en opschaling daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Een zogenoemd «no-go»-moment wordt pas bereikt als duidelijk wordt dat de gewenste versnelling en opschaling structureel is gerealiseerd of uitblijft, ondanks voldoende inzet van betrokken partijen en beschikbare middelen. Zo ver zijn we nog niet. De gestandaardiseerde producten en diensten van de gestarte en nog bijkomende consortia in de koop- en huurmarkt dienen nog in de uitvoeringspraktijk te worden gevalideerd en geoptimaliseerd. De opgebouwde kennis en lessen hieruit moeten nog vastgelegd en verspreid worden zodat verdere ontwikkeling van grootschalige renovatiestromen in de bredere markt kan plaatsvinden. De inschatting is dat met deze ontwikkeling in 2029 in de huursector voor 80% van woningtypologieën een gestandaardiseerde verduurzamingspropositie beschikbaar komt. Ook is de verwachting dat gezamenlijk tenderen van grote volumes te verduurzamen woningen de standaardaanpak kan worden voor kleine tot middelgrote woningcorporaties. In de koopsector wordt de aanpak binnen vijf regio’s verspreid, waarbij de conversieratio – het aantal mensen dat na benaderen daadwerkelijk maatregelen neemt – flink zal zijn verhoogd.
In het kader van de mogelijke verlenging van het programma Verbouwstromen is in december 2024 een evaluatie uitgevoerd5. Hierbij is expliciet gekeken in hoeverre met de opzet, inrichting en werking van het programma de gewenste doelstellingen en impact wordt bereikt. Om dit te kunnen bepalen zijn, naast directe betrokkenen, belangrijke spelers in de renovatiemarkt geïnterviewd.
De evaluatie bevestigt de toegevoerde waarde van het programma en beveelt aan om een deel van de activiteiten door te zetten. Stappen worden gezet in het samenbrengen van vraag- en aanbodpartijen. De ondersteuning van Verbouwstromen is daar een belangrijke factor in. Verdere ondersteuning is nodig om de potentie van de, nog kwetsbare, marktresultaten te kunnen verzilveren en verdere ontwikkeling en opschaling van grootschalige renovatiestromen mogelijk te maken. De continuering van de huur- en koopactiviteiten van het programma Verbouwstromen blijft belangrijk om de doelen in 2030 en 2050 te behalen. De evaluatie beveelt aan om de ondersteuning van de consortia door te zetten en specifiek ook in te zetten op een opschaling van consortia zonder subsidie.
De evaluatie doet ook een aantal aanbevelingen om de effectiviteit en efficiëntie van het programma te vergroten. De governance van het programma en de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie tussen VRO en Verbouwstromen moet verduidelijkt om het programma slagvaardiger te maken. Ook heeft het programma veel subdoelstellingen zoals een bijdrage aan de materialentransitie. Meer focus is nodig op bundeling van de vraag en standaardisatie en een duidelijkere positionering als aanjager van renovatiestromen. Tenslotte komt uit de evaluatie dat het marktsegment VvE’s – naast Huur en Koop – het meest complex is en dat de activiteiten in dit segment beter passen bij de versnellingsagenda voor VvE’s.
Ik onderschrijf de uitkomsten van de evaluatie. De meeste aanbevelingen heeft Verbouwstromen inmiddels in het huidige programma overgenomen. Zo is in overleg met de vier partners de TKI Urban Energy als de hoofdaannemer van het programma aangewezen en zijn er met VRO betere afspraken gemaakt over aanspreekpunten en verantwoordelijkheden. Ook is afgesproken dat de focus van het programma meer komt te liggen op sneller en meer door vraagbundeling en standaardisatie. Het verbinden met de aanbodzijde en transities zoals toepassing van duurzame materialen blijft daarbij ook van belang, maar afgesproken is dat de verantwoordelijkheid hiervoor primair bij andere programma’s ligt. Verder rondt Verbouwstromen de activiteiten voor de VvE markt af en draagt deze over aan Milieu Centraal.
Het programma Verbouwstromen heeft de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet in het samenbrengen van vraag- en aanbodpartijen en de stap van ontwikkeling naar uitvoering van verbouwstromen. In de beginfase van het programma heeft Verbouwstromen aanzienlijke inspanningen moeten leveren voor de ontwikkeling (vraagorganisatie) van verbouwstromen. Nu deze basis is gelegd, kan de focus verschuiven naar de uitvoering.
De evaluatie heeft dan ook geconcludeerd dat het op dit moment nog te vroeg is om te bepalen in hoeverre deze aanpak daadwerkelijk zal resulteren in succesvolle, grootschalige renovatiestromen en dat het belangrijk is om de activiteiten van het programma Verbouwstromen in de huur- en koopmarkt te continueren. Het gaat dan voornamelijk over de volgende onderdelen:
Nee.
In november 2022 is een subsidie van maximaal € 14.244.035,– toegekend aan het programma Verbouwstromen voor de periode 1 september 2022 t/m 31 december 2025. Door een tragere opstartfase dan initieel gepland is er momenteel een onbesteed bedrag van circa € 1,5 miljoen. De huidige beschikking zal verlengd worden tot 1 juli 2026, voor een volledige besteding van de resterende middelen. Het vervolgprogramma (2026 t/m 2029) start per 1 juli 2026 met een budget van 8,5 miljoen. In de activiteiten is een afbouw voorzien richting 2029, waarin alleen nog kennisoverdracht en verankering van de aanpak voor de huur- en koopsector zal plaatsvinden.
Om de opschaling van de verduurzaming van woningen te bevorderen, is de subsidieregeling Renovatieversneller aangepast voor vraag- en aanbodbundeling van marktpartijen die op grote schaal willen renoveren. De middelen zijn in lijn met de eerdere doelstellingen van de Renovatieversneller gekoppeld aan drie onderdelen7:
De resterende middelen van dit instrument worden ingezet voor het vervolgprogramma Verbouwstromen 2026 t/m 2029, zodat ik de doelen kan realiseren die eerder onder de Renovatieversneller zijn vastgelegd en later ingebed in het Programma versnelling verduurzaming gebouwde omgeving.
Er komen geen (aanvullende) middelen alsnog beschikbaar voor alternatieve inzet en besluitvorming door de kamer. De beschikbare middelen uit het instrument Renovatieversneller worden ingezet ter bevordering van de opschaling van de verduurzaming van de woningvoorraad. Het vervolgprogramma Verbouwstromen 2026 t/m 2029 is hier onderdeel van.
Ja, zie antwoorden op de vragen.
Hierbij deel ik u mede, dat de Kamervragen van het lid Welzijn van Nieuw Sociaal Contract (ingezonden 18 juli 2025 met kenmerk 2025Z14790) over het programma Verbouwstromen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Uw Kamer ontvangt de antwoorden uiterlijk op 12 september 2025.