Kamervraag 2014Z02385

Het bericht dat Nederland niet is voorbereid op een ramp

Ingediend 10 februari 2014
Beantwoord 10 april 2014 (na 59 dagen)
Indiener Nine Kooiman (SP)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid rampen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z02385.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1701.html
1. Forum, 6 februari 2014
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht dat Nederland niet is voorbereid op een ramp, met name daar waar het de afspraken betreft tussen de veiligheidsregio’s en de vitale sectoren?1

    Nederland is steeds beter voorbereid op een ramp. Dat hebben ook de Commissie Hoekstra en de Staat van de Rampenbestrijding aangegeven. Diverse afspraken tussen veiligheidsregio’s en vitale partners, soms in de vorm van een convenant, zijn inmiddels gerealiseerd. Het Veiligheidsberaad inventariseert momenteel de behoefte aan een nadere concretisering van de afspraken.

  • Vraag 2
    Klopt het dat in veel veiligheidsregio’s wel convenanten ondertekend zijn, maar deze niet verder uitgewerkt zijn in concrete afspraken, waardoor voor veel vitale bedrijven niet duidelijk is wat ze kunnen verwachten van de veiligheidsregio’s? Zo ja, wat is hiervan de reden?

    De basis voor de afspraken ligt in de modelconvenanten die het Veiligheidsberaad heeft ontwikkeld op het terrein van drinkwater, gas en electra en met partners, zoals Rijkswaterstaat, waterschappen en Prorail. De afspraken variëren per sector en per regio varieert de mate van concrete uitwerking. Regio-specifieke omstandigheden kunnen daaraan ten grondslag liggen.

  • Vraag 3
    Klopt het dat oefeningen, zoals verplicht gesteld in de wet veiligheidsregio’s, ook nog steeds niet worden gehouden, terwijl het belangrijk is regelmatig te oefenen met zowel de hulpdiensten als de vitale sectoren? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak?

    Ik onderschrijf het belang van regelmatig oefenen. Medio 2013 heb ik aan alle veiligheidsregio’s gevraagd om mij te informeren over de planning rond de systeemoefening. 22 veiligheidsregio’s hebben (alsnog) een systeemoefening in 2013 gehouden. De overige 3 regio’s in het bijzonder heb ik gewezen op de oefenverplichting en het ontbreken van een mogelijkheid om bestuurlijk en regionaal daarvan af te wijken.
    Ik blijf er bij de veiligheidsregio’s op aandringen oefeningen op de hoofdstructuur en met de vitale partners te houden. Het is daarnaast gewenst ervaringen met betrekking tot de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van oefeningen uit te wisselen om de organisatie verder te verbeteren.

  • Vraag 4
    Hoeveel veiligheidsregio’s voldoen inmiddels aan de jaarlijkse verplichting een systeemoefening te organiseren? Hoe gaat u ervoor zorgen dat alle veiligheidsregio’s hier op korte termijn aan voldoen?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het hebben van convenanten weinig zin heeft als hier inhoudelijk geen verdere invulling aan wordt gegeven in de vorm van oefenen en concrete afspraken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen teneinde te zorgen dat veiligheidsregio’s dit snel op orde krijgen?

    Ja. Het afsluiten van convenanten tussen regio’s en vitale partners is geen doel op zich, maar een middel om te komen tot concrete afspraken op het terrein van onder meer alarmering, leiding en coördinatie, risico en crisiscommunicatie en gezamenlijke oefeningen. Ik zal er bij de voorzitters van de veiligheidsregio’s op aan blijven dringen, dat het hebben van de juiste afspraken met alle crisispartners een verplichting is en ook in eigen belang is.

  • Vraag 6
    Klopt het dat het landelijk overleg over toetreding van de vitale sectoren tot deelname aan het waarschuwingssysteem NL Alert plat ligt? Wat is hiervan de oorzaak? Hoe gaat u dit overleg weer vlottrekken?

    Er is nooit sprake geweest van toetreding van vitale sectoren tot deelname aan NL-Alert. Het besluit om een NL-Alert bericht te versturen is en blijft een verantwoordelijkheid van het lokale of regionale gezag (in een uitzonderlijk geval het nationale gezag). Veiligheidsregio's en vitale partners kunnen overigens wel afspraken maken over de alarmering van burgers (waarbij NL-Alert een van de middelen is).

  • Vraag 7
    Herkent u de geschetste problematiek van de drinkwaterbedrijven dat zij met veel verschillende veiligheidsregio’s afspraken moeten maken? Ziet u hierin aanleiding alsnog de aanbeveling van Hoekstra over te nemen het veiligheidsberaad de wettelijke taak te geven uniforme afspraken te maken met vitale sectoren? Zo nee, waarom niet?

    Ik herken de problematiek. Het past echter niet binnen het uitgangspunt van verlengd lokaal bestuur dit wettelijk te verankeren. Eerder concludeerde de Commissie Hoekstra hetzelfde. Dat neemt niet weg dat ik begrip en aandacht heb voor bedoelde wens van de drinkwaterbedrijven en ik me in blijf zetten voor een goede samenwerking tussen hen en de veiligheidsregio’s.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat de eindconclusie dat «als er nu een ramp uitbreekt, we noodgedwongen moeten improviseren en hopen dat het goed komt» nu net hetgene is wat we met de komst van de veiligheidsregio’s hebben willen voorkomen? Wat gaat u doen dat gevoel bij belangrijke betrokken partners weg te nemen?

    De Commissie Hoekstra heeft geconcludeerd dat we steeds beter zijn voorbereid op een ramp. Ik deel die conclusie. Enige mate van improviseren hoort bij crisisbeheersing. Met veiligheidsregio’s, vitale partners en de nationale overheid blijf ik verder bouwen aan een goede organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing. De veiligheidsregio’s en mijn ministerie zijn daarover in gesprek met vitale partners.

  • Mededeling - 4 maart 2014

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kooiman (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat Nederland niet is voorbereid op een ramp (ingezonden 10 februari 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z02385
Volledige titel: Het bericht dat Nederland niet is voorbereid op een ramp
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1701
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kooiman over het bericht dat Nederland niet goed is voorbereid op een ramp