Ingediend | 7 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 31 januari 2011 (na 24 dagen) |
Indiener | Jeroen Recourt (PvdA) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00130.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1254.html |
Ja.
Nee. Tot nu toe zijn 36 deskundigen opgenomen in het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD, www.nrgd.nl).
Ik verwijs naar het antwoord op vragen van het lid Gesthuizen van uw Kamer (Kamerstukken II, 2010–2011, Aanhangsel Handelingen, nr. 683). Het registratieproces duurt vanaf het instellen van een normstellingsadviescommissie tot de uiteindelijke openbaarmaking van geregistreerde deskundigen in het NRGD ongeveer tien maanden. Het College is hierbij afhankelijk van het veld, dat een substantiële bijdrage dient te leveren aan de normstelling en de daarop volgende toetsing van aanvragers. Aangezien aanmelding op vrijwillige basis plaatsvindt, is het College bij het vullen van het register verder afhankelijk van de mate waarin deskundigen zich aanmelden voor registratie.
Dit heeft geen consequenties. Deskundigen moeten in alle gevallen aan bepaalde kwaliteitseisen (kennis van een bepaald deskundigheidsgebied en bekwaamheid) voldoen en moeten geschikt zijn om de specifieke opdracht te vervullen. De zittingsrechter zal zich hiervan moet vergewissen. Het register vormt daarbij een hulpmiddel. Als een niet in het NRGD geregistreerde deskundige beoordeeld moet worden, kan de zittingsrechter de criteria hanteren die in het Besluit register in strafzaken zijn vastgelegd voor toetsing door het College gerechtelijk deskundigen.
Ik verwijs naar het antwoord op vragen van het lid Gesthuizen van uw Kamer (Kamerstukken II, 2010–2011, Aanhangsel Handelingen, nr. 683). De daarin genoemde werkafspraken met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) zien ook op de lastenverzwaring die verbonden is aan de gevallen waarin RC’s deskundigen benoemen. Om deze lasten te verminderen kan de RC ten aanzien van bij deze organisaties werkzame deskundigen een standaardformulier en een standaardmotivering gebruiken. De gerechten worden overigens financieel gecompenseerd voor de extra inspanningen die gepleegd moeten worden.
Ik verwijs naar het antwoord op vragen 4 en 5. De Raad voor de Rechtspraak heeft mij meegedeeld dat in het kader van genoemde werkafspraken de RC de kwaliteit van een bij het NFI of NIFP werkzame deskundige in deze overgangsfase licht toetst en dat het zwaartepunt van de kwaliteitstoets bij het NFI en het NIFP ligt. De waarde van de betrouwbaarheid en de waardering van de deskundigheid van een deskundige is volgens de Raad voor de Rechtspraak gelegen in de mate waarin genoemde organisaties hun kwaliteitsborging realiseren.
Ik verwijs naar het antwoord op vragen van het lid Gesthuizen van uw Kamer (Kamerstukken II, 2010–2011, Aanhangsel Handelingen, nr. 683).