Kamervraag 2010Z12256

SNV

Ingediend 6 september 2010
Beantwoord 1 november 2010 (na 56 dagen)
Indiener Ewout Irrgang
Beantwoord door
Onderwerpen internationaal ontwikkelingssamenwerking
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z12256.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-333.html
1. de Volkskrant, 3 september 2010.
2. WOPT: Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens VFI: Vereniging Fondsenwervende Instellingen.
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht dat medewerkers van de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie (SNV) in opstand komen tegen de te hoge salarissen van de directie?1

    Zoals u bekend is al eerder aangegeven dat topsalarissen niet passen bij een organisatie als SNV, die zich bezighoudt met armoedebestrijding en voor het overgrote deel wordt betaald vanuit publieke middelen.

  • Vraag 2
    Deelt u de kritiek van werknemers op het bestuur van SNV dat uw korting weliswaar niet substantieel is, maar de boodschap daarvan wel? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, waarom niet?

    De aan SNV in het vooruitzicht gestelde korting betreft een relatief klein bedrag, zeker als dit bedrag wordt vergeleken met het jaarlijkse subsidiebedrag dat SNV ontvangt. Het ging en gaat er echter om de SNV leiding te laten inzien dat de opinies en inzichten met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking in het algemeen en de uitbetaling van topsalarissen in het bijzonder in Nederland de laatste jaren drastisch gewijzigd zijn.

  • Vraag 3
    Wat vindt u van de stelling van de heer De Waal, voorzitter van de Raad van Toezicht van SNV, dat het salaris van de directie voldoet aan Code Wijffels?

    Deze stelling is niet houdbaar. Het maximum salaris bij de code Wijffels is gekoppeld aan het maximale salaris van de hoogste ambtelijke functie bij de rijksoverheid, te weten de secretaris-generaal.
    Dit salaris (bruto maandinkomen x 12, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en eventueel een variabel beloningsbestanddeel – een gratificatie van één maandsalaris) was in 2009 lager dan het door SNV opgegeven salaris van zijn directeur.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat zowel bij de Code Wijffels als bij de Directeuren-Generaal norm (DG-norm) het maximumsalaris niet kan worden overschreden door simpelweg het contractueel aantal gewerkte uren te verhogen?

    Nee.
    Noch in de Code Wijffels noch in het geval van de DG-norm is een absoluut maximum salarisbedrag genoemd. Dit laat de mogelijkheid open dat een uitbreiding van de arbeidsduur boven de voltijdse werkweek (36 uur) invloed heeft op de uiteindelijke hoogte van het salaris.
    Daarbij geldt voor de DG-norm een maximale arbeidsduur van 40 uur. Bij de toetsing van de door de organisaties ingediende voorstellen zijn salarissen gebaseerd op 40 uur omgerekend naar 36 uur.
    In de concept Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke- en semipublieke sector (WNT) is uitgangspunt dat het aantal uren dat in een sector behoort bij een fulltime dienstverband als «norm» wordt gesteld. De daadwerkelijk overeengekomen bezoldiging is leidend voor de toets aan de norm.
    Is de gebruikelijke fulltime arbeidsduur in de OS-sector 36 uur, dan zal in het geval van een arbeidsduur van 40 uur geen omrekening meer plaatsvinden. De daadwerkelijk overeengekomen bezoldiging is in dat geval leidend voor de toets aan de norm.
    Indien minder dan 36 uur wordt gewerkt dan zal de bezoldiging naar rato lager dienen te zijn.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat de heer De Waal tekort schiet in zijn rol als voorzitter van de Raad van Toezicht door het bestuur niet te corrigeren?

    Het is niet aan mij om een oordeel uit te spreken over de heer De Waal in zijn rol als voorzitter van de Raad van Toezicht.

  • Vraag 6
    Vraagt u bij uw onderzoek naar topsalarissen bij hulporganisaties ook naar beloningsvormen als pensioenbijdragen, vaste onkostenvergoedingen, variabel inkomen, in plaats van slechts het brutosalaris?

    Nee.
    Zoals ik in de Kamerbrief van 30 augustus jl. heb laten weten, is de organisaties verzocht salarisgegevens van de afzonderlijke directieleden aan te leveren, opgebouwd uit de volgende beloningscomponenten: bruto maandsalaris x 12, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Tevens is verzocht aan te geven of salariëring een 36- of 40-urige werkweek betreft.
    De beperking tot deze beloningscomponenten vloeit voort uit het feit dat een vergelijking mogelijk moet zijn met de DG-norm, die dezelfde componenten hanteert.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat zowel de DG-norm, VFI-norm, Balkenende-norm als WOPT-norm2 idealiter alle mogelijke belonings- en bezoldigingscomponenten zouden moeten bevatten teneinde uitwijking naar alternatieve bezoldigings- en beloningscomponenten die niet onder een bepaalde norm vallen, zoals pensioenbijdragen, vaste onkostenvergoedingen en variabel inkomen, te voorkomen?

    Ja.
    Hierin zal in de toekomst worden voorzien door de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke- en semipublieke sector (WNT) die het kabinet in voorbereiding heeft. De norm van het ontwerp voor de WNT is afgeleid van het bruto salaris van een minister, verhoogd met 30%. Daarnaast worden ook de onkostenvergoeding en de werkgeversbijdrage aan het pensioen genormeerd.
    Ongeacht de maximum bezoldigingsnorm van de WNT blijft voor de OS-sector als bovengrens het maximum salaris van een DG gelden.

  • Vraag 8
    Is het waar dat dit momenteel alleen bij de WOPT-norm het geval is?

    Ja.

  • Vraag 9
    Kunt u aangeven of vaste onkostenvergoedingen, pensioenbijdragen en variabel inkomen behoren tot de beloning en bezoldiging die valt onder de DG-norm?

    Vaste onkostenvergoedingen, pensioenbijdrage werkgever en variabel inkomen vallen niet onder de DG-norm.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z12256
Volledige titel: Vragen van het lid Irrgang (SP) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over SNV (ingezonden 6 september 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-333
Volledige titel: Vragen van het lid Irrgang (SP) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over SNV (ingezonden 6 september 2010).