Gepubliceerd: 25 augustus 2017
Indiener(s): Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen: beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34691-7.html
ID: 34691-7
Origineel: 34691-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 25 augustus 2017

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

Artikel 1.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, onderdeel, b, wordt na «en de examens» de volgende zinsnede ingevoegd: alsmede in geval van een samenwerkingscollege de artikelen 8.6.1 en 8.6.3,.

b. In het tiende lid, onderdeel a, wordt «o tot en met s» vervangen door: o tot en met t.

B

In artikel I, onderdeel H, onder 2, wordt «één instelling» vervangen door: één instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b.

C

In artikel I, onderdeel O, komt artikel 8.6.1, onderdeel g, te luiden:

g. de voorwaarden waaronder een andere instelling partij kan worden bij de samenwerkingsovereenkomst, de overeenkomst kan worden opgezegd of ontbonden alsmede de wijze waarop de overeenkomst overigens kan worden gewijzigd, telkens met oog voor het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen voor de deelnemers.

D

Artikel I, onderdeel Q, komt te luiden:

Q

In artikel 9.1.7, eerste lid, onderdeel c, subonderdelen 2, 3 en 4, wordt «het bestuur van de desbetreffende eenheid» vervangen door: het hoofd van de desbetreffende eenheid.

E

Na artikel II, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

In artikel 1.4.1, derde lid, onderdeel b, wordt na «bedoeld in hoofdstuk 7» ingevoegd:, alsmede in geval van een samenwerkingscollege de artikelen 8.6.1 en 8.6.3.

F

In artikel II, onderdeel G, komt artikel 8.6.1, onderdeel g, te luiden:

g. de voorwaarden waaronder een andere instelling partij kan worden bij de samenwerkingsovereenkomst, de overeenkomst kan worden opgezegd of ontbonden alsmede de wijze waarop de overeenkomst overigens kan worden gewijzigd, telkens met oog voor het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen voor de deelnemers.

Toelichting

Deze nota van wijziging wordt gegeven in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken. Zij bevat vier wijzigingen van artikel I van het wetsvoorstel (wijziging Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)) en twee wijzigingen van artikel II van het wetsvoorstel (wijziging Wet educatie en beroepsonderwijs BES (WEB BES)).

In de onderdelen A en E worden de artikelen I en II van het wetsvoorstel aangevuld met een nieuw onderdeel Ba. Het oogmerk is duidelijk te maken dat, hoewel het daar in eerste instantie niet voor is bedoeld, een samenwerkingscollege desgewenst ook mogelijk is tussen twee of meer niet-bekostigde instellingen. Als deze instellingen daartoe overgaan, moeten zij wel de nieuwe artikelen 8.6.1 en 8.6.3 van de WEB of WEB BES in acht nemen. Dit betekent onder andere dat er sprake moet zijn van een eensluidend onderwijs- en examenreglement voor alle studenten die beroepsonderwijs aan het samenwerkingscollege volgen ongeacht de instelling waarbij zij zijn ingeschreven. De gegevenslevering wordt hier ook op aangepast.

Onderdeel B van deze nota van wijziging maakt duidelijk dat het alleenrecht uitsluitend kan worden toegekend aan een bekostigde instelling. Hiermede wordt ook duidelijk dat bij de afweging of er behoefte is aan een alleenrecht uitsluitend de bekostigde beroepsopleidingen in ogenschouw worden genomen. Er is geen overeenkomstige wijziging opgenomen voor de WEB BES omdat die wet geen (voorstel voor een) alleenrecht bevat.

In de onderdelen C en F van deze nota van wijziging wordt de lijst met onderwerpen uitgebreid, waarover instellingen die een samenwerkingsovereenkomst aangaan, ten minste afspraken moeten maken. Hoewel het geen uitputtende lijst is, is het nodig te bepalen dat ten minste ook afspraken worden gemaakt over de voorwaarden waaronder de samenwerkingsovereenkomst kan worden gewijzigd. Ook moet overeenstemming worden bereikt onder welke voorwaarden een nieuwe instelling kan meedoen aan het samenwerkingscollege. En de omgekeerde situatie; namelijk wanneer en hoe een instelling kan opzeggen, alsmede de voorwaarden waaronder de overeenkomst kan worden ontbonden. Daarbij is uitgangspunt dat er behalve voor de gevolgen voor de instelling en haar personeel, in ieder geval ook aandacht moet zijn voor de gevolgen voor de student. Deze mag zo min mogelijk last hebben van een wijziging in de samenwerking.

In onderdeel D van deze nota wordt onderdeel Q van het wetsvoorstel aangepast. Het is beter te spreken over «hoofd» van een interne organisatorische eenheid dan over leiding (zoals in het oorspronkelijke onderdeel Q) of bestuur (zoals in het huidige artikel 9.1.7 WEB), omdat daarmee duidelijker tot uitdrukking wordt gebracht dat het om een functie gaat en niet over feitelijk of bestuurlijk handelen. De andere wijziging in het oorspronkelijke onderdeel Q is bij nader inzien onnodig. Er is geen wijziging nodig voor de WEB BES omdat die wet geen bepaling kent die overeenkomt met artikel 9.1.7 WEB.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap M. Bussemaker