Kamerstuk 34160-21

Reactie op de motie van het lid Lucas c.s. over de keuzedelen in het mbo eerder onderdeel laten zijn van de slaag/zakregeling

Dossier: Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd

Gepubliceerd: 22 april 2016
Indiener(s): Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen: beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34160-21.html
ID: 34160-21

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2016

Inleiding

Tijdens het VSO Besluit wijziging van onder meer het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met de invoering van keuzedelen van donderdag 14 april jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 77) heb ik u een brief toegezegd waarbij ik u de impactanalyse voor de scholen zou toesturen inclusief mijn reactie daarop, en ik zou reageren op de motie Lucas c.s. (Kamerstuk 34 407, nr. 3). De motie is aangehouden in afwachting van deze reactie. De motie verzoekt om «het besluit zo te wijzigen dat keuzedelen onderdeel zijn van de slaag-zakregeling voor deelnemers vanaf het cohort 2016–2017 wanneer zij afstuderen in of na 2018–2019.» Verder heb ik op nadrukkelijk verzoek van het lid Lucas toegezegd om te onderzoeken of het mogelijk is om, wanneer de motie gezien de uitvoeringsconsequenties niet uitvoerbaar is, toch verdere versnelling aan te brengen.

Tijdens het VSO heb ik aangegeven dat de scholen hard aan de slag zijn met de implementatie van de herziene kwalificatiestructuur, waaronder het aangenomen amendement Lucas c.s. (Kamerstuk 34 160, nr. 18). Met het aannemen van het amendement gaan de keuzedelen meetellen voor de diplomering. Voor het tijdstip van meetellen heb ik, zoals gebruikelijk in het mbo1, de cohortbenadering gehanteerd, wat betekent dat studenten die vanaf 1 augustus 2018 starten met hun opleiding keuzedelen ook daadwerkelijk moeten behalen voor het behalen van het diploma. Er is nu helaas gebleken dat er sprake is van een misverstand tussen leden van uw Kamer en mij over de interpretatie van het tijdspad van de invoering van het amendement. Het lid Lucas heeft het amendement zo bedoeld dat het gaat om het studiejaar waarin de student het diploma haalt terwijl ik, conform de cohortbenadering in de wet, uit ben gegaan van het studiejaar waarin de student start met de opleiding. Het is vervelend dat dit nu pas duidelijk wordt.

De herziening van de kwalificatiestructuur heeft vanaf 2013 concreet vorm en inhoud gekregen. Alle betrokken partijen realiseren zich dat er sprake is van een majeure operatie. In de afgelopen 2,5 jaar hebben alle betrokken partijen (van docenten, studenten, scholen, raden tot en met de Inspectie van het Onderwijs) constructief samengewerkt om de totstandkoming en implementatie van de herziene kwalificatiestructuur per komend schooljaar tot een succes te maken.

Naar aanleiding van de amendementen van uw Kamer bij het wetsvoorstel voor de herziening van de kwalificatiestructuur is een impactanalyse uitgevoerd. Deze impactanalyse maakt duidelijk dat de aanpassingen vanwege de amendementen gevolgen hebben voor de organisatie en uitvoering van de werkprocessen van de scholen. Als daar bovenop de scholen worden geconfronteerd met versnelling van het meetellen van het behalen van de keuzedelen voor de diplomering in het studiejaar 2018–2019, dan is er voor de scholen onvoldoende tijd om ervaring op te doen met de vormgeving en de toetsing van de keuzedelen. De kwaliteit van de examinering van de keuzedelen kan dan niet gegarandeerd worden en de foutgevoeligheid in administratieve processen van scholen neemt toe. Studenten zullen daarvan de dupe worden, omdat hun diploma er mede van af hangt. Bijvoorbeeld: de ICT-systemen zijn nog niet gereed om examencommissies te ondersteunen, waardoor voor elke student afzonderlijk handmatig moet worden beoordeeld of is voldaan aan het behalen van de eisen voor de keuzedelen voor diplomering. Dit betekent dat studenten langer op hun diploma moeten wachten en/of dat ze mogelijk ten onrechte hun diploma niet zullen krijgen. Verder zullen innovaties, die vanwege de keuzedelen mogelijk worden, onder druk komen te staan, doordat scholen zullen kiezen voor de gemakkelijker te organiseren keuzedelen (en dit zullen niet de meest innovatieve zijn). Op basis van alle signalen die ik heb gekregen van studenten, docenten en bestuurders kan ik niet anders dan concluderen dat verdere versnelling niet haalbaar is en ik adviseer de Kamer dan ook om deze versnelling achterwege te laten.

Het rapport van de impactanalyse heb ik, zoals toegezegd, bij deze brief gevoegd. Daarnaast heb ik gesproken met diverse bestuurders, docenten en studenten over onder andere de mogelijkheden van een verdere versnelling. Deze reacties heb ik verwerkt in deze brief.

De impact van (de aanpassing van) wet- en regelgeving

Als gevolg van de herziening van de kwalificatiestructuur en de invoering van keuzedelen was het noodzakelijk de Wet educatie en beroepsonderwijs aan te passen. In de voorbereiding van de aanpassing van de wetgeving is het uitgangspunt geformuleerd dat de hoogte van het resultaat van de keuzedelen niet meetelt in de slaag-zakbeslissing. Dit uitgangspunt was opgenomen in het wetsvoorstel van de herziening en is in de loop van 2014 door onder andere de internetconsultatie gedeeld met de scholen. Dit uitgangspunt was opgenomen in het door onderwijs en bedrijfsleven uitgebrachte advies van SBB.

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in juni 2015 is onder andere het amendement Lucas met meerderheid in de Kamer aangenomen, waardoor het behalen van keuzedelen een voorwaarde is geworden voor het behalen van het diploma. Bij koninklijk besluit (gepubliceerd op 12 januari 2016, Stb. 2016, nr. 13) is bepaald dat die bepaling in werking treedt vanaf 1 augustus 2018.

De scholen zijn direct op de hoogte gesteld van de door de Kamer gewenste wijzigingen van de wetgeving, volgens de hierboven gegeven cohortgerichte interpretatie, en houden daar dus rekening mee bij de voorbereiding van de implementatie. Door de scholen is aangegeven dat het amendement Lucas c.s. (Kamerstuk 34 160, nr. 18), het amendement Rog en Bisschop2 (Kamerstuk 34 160, nr. 20) en de nota van wijziging (Kamerstuk 34 160, nr. 7) «verzoek student niet-gekoppelde keuzedelen»3 stevige invloed hebben op de organisatie en uitvoering van de werkprocessen binnen de scholen. Om deze invloed inzichtelijk te maken is door de regieorganisatie een impactanalyse uitgevoerd door de scholen. Het rapport van deze impactanalyse treft u aan als bijlage4.

De impactanalyse geeft weer wat het meetellen van het behalen van keuzedelen voor diplomering (vanaf cohort 2018–2019) voor gevolgen heeft:

  • 1. Scholen verwachten dat deze wijziging meer voortijdig schoolverlaters oplevert ten opzichte van de situatie waarbij de hoogte van keuzedeelresultaten géén onderdeel uitmaakt van de slaag-zakbeslissing.

  • 2. Doordat keuzedelen gaan meetellen voor het behalen van het diploma, zullen er andere keuzes gemaakt gaan worden in het aanbieden van keuzedelen door de school, om zo het aantal extra voortijdig schoolverlaters te beperken. Dit alles met het risico dat er juist een minder gevarieerd aanbod aan keuzedelen komt, omdat vooral voor de voor student gemakkelijker te behalen en voor scholen gemakkelijker te organiseren keuzedelen worden gekozen.

  • 3. Studenten zullen beter begeleid moeten worden in het maken van de keuze voor bepaalde keuzedelen. Immers, deze keuzedelen zullen direct invloed hebben op of ze wel of niet het diploma behalen. Voor studenten zal dit bij eigen verzoeken voor het volgen van niet-gekoppelde keuzedelen zeker effect hebben.

  • 4. Voor scholen ontstaat meer administratieve last (door het inzichtelijk maken van de compensatie en de diverse cohorten die naast elkaar bestaan).

  • 5. De administratiesystemen moeten worden aangepast, zodat ze dit allemaal kunnen verwerken. De systemen moeten onder andere ondersteunen in het berekenen van de compensatieregeling van de keuzedelen.

  • 6. Verder betekent het dat de examencommissies er een ingewikkelde extra taak bij krijgt en juist geïnformeerd moet worden.

Deze effecten zullen versterkt optreden als het meetellen van het behalen van keuzedelen voor diplomering versneld wordt ingevoerd.

Uit de impactanalyse blijkt dat, naast het amendement Lucas c.s., ook het amendement Rog c.s. en de nota van wijziging «verzoek student voor niet-gekoppelde keuzedelen» grote gevolgen hebben voor de begeleiding van studenten, de informatievoorziening (voor studenten en bedrijfsleven) en de verantwoording van scholen.

Er wordt hard en zorgvuldig gewerkt aan de voorbereiding van de implementatie

De impactanalyse maakt duidelijk dat de resultaten van de behandeling van het wetsvoorstel, met de aangenomen amendementen en de nota van wijziging, gevolgen heeft voor de organisatie en uitvoering van de werkprocessen van de scholen. De scholen hebben de lopende activiteiten voor de voorbereiding van de implementatie hierop moeten aanpassen. Deze aanpassingen gaan naast het aanpassen en/of invoeren van werkprocessen (waaronder de examinering) ook over het aanpassen van ICT-systemen.

Vanaf 1 augustus 2016 worden studenten die een beroepsopleiding willen volgen ingeschreven op een nieuwe (herziene) kwalificatie.

Voor de scholen betekent dit:

  • Dat het onderwijsaanbod dat aan de studenten gedaan wordt in maart/april 2016 bekend moet zijn. Scholen hebben dus de afweging gemaakt voor welke kwalificaties (beroepen) zij opleidingen gaan aanbieden en hebben de afweging gemaakt welke keuzedelen zij in de opleiding aan de studenten gaan aanbieden en wanneer. Voor diverse opleidingen worden keuzedelen ook aan het begin van de opleiding aangeboden.

  • Dat informatievoorziening (brochures, websites, voorlichtingsdagen) voor de studenten in voorbereiding en in veel gevallen al klaar is.

  • Dat afhankelijk van de soort opleiding de onderwijsinhoud en ook de examens worden voorbereid. Voor veel opleidingen is hier stevig werk aan de winkel omdat veel van de kwalificaties als gevolg van de herziening stevig zijn aangepast. Het niveau 2 kwalificatiedossier «Dienstverlening» is bijvoorbeeld zo aangepast dat het de school makkelijker maakt heel breed op te leiden. Dat maakt het mogelijk dat een student pas na het eerste jaar een keuze maakt voor een uitstroomprofiel. In combinatie met een slim aanbod van keuzedelen is verdere specialisatie in het tweede jaar mogelijk. Dit biedt prachtige kansen voor onderwijsvernieuwing, maar betekent ook veel werk voor de onderwijsteams die zich bezighouden met deze opleidingen. Er moet een geheel nieuw curriculum worden ontwikkeld. Soortgelijke inspanningen moeten veel onderwijsteams binnen de scholen doen voor de opleidingen die zij aanbieden.

  • Dat de bulk van het werk zoals hierboven beschreven voor de zomer 2016 moet zijn afgerond, immers na de zomer zitten de nieuwe studenten in de schoolbanken om te worden opgeleid.

Voor de student betekent dit:

  • Dat hij/zij zich inmiddels heeft kunnen verdiepen in de mogelijkheden die een school biedt voor het volgen van een opleiding na de zomer. De student is daarbij geïnformeerd over het feit dat er sprake is van keuzedelen en daarbij is aangegeven dat deze keuzedelen een plus zijn op de opleiding en dat hij niet kan zakken als gevolg van een slecht keuzedeelresultaat. Dit kunt u bijvoorbeeld lezen in de keuzekrant van het ROC van Twente en op de facebookpagina van het Clusius College.

  • Dat hij/zij in sommige gevallen al op de hoogte is gesteld uit welke keuzedelen hij kan kiezen. Zoals bijvoorbeeld bij het Deltion College voor de opleiding «medewerker sport en recreatie».

    Bij het Friesland college leest de student het volgende in de voorlichting bij de opleiding sport en bewegen: «Aan SBG zijn ten minste vier keuzedelen verbonden: twee keuzedelen worden vanuit het Friesland College aangeboden, de andere twee komen uit het CIOS-aanbod. Hiermee doe je ook op andere terreinen kennis en expertise op. Denk bijvoorbeeld aan Ondernemen of Doorstroom naar HBO, verbreding op het gebied van zorg en welzijn of ICT. Het keuzedeel vergroot je arbeidskansen of vergemakkelijkt de doorstroom naar een vervolgstudie. Het vormt als het ware een «plus» op je diploma. Het keuzedeel is dan ook geen onderdeel van de kwalificatie-eis.»

  • Dat een keuze die je maakt voor een keuzedeel mede bepalend is voor de richting van de studie; kies je bijvoorbeeld voor een keuzedeel dat is gericht op doorstroom, of kies je voor verdieping/specialisatie of voor verbreding.

Voor het bedrijfsleven betekent dit:

  • Dat er tal van initiatieven zijn gestart om in samenwerking met het onderwijs keuzedelen te ontwikkelen. Een mooi voorbeeld van een dergelijk keuzedeel is «aardbevingsbestendig bouwen». De verwachting is dat ik per 1 juli a.s. nog tenminste 300 keuzedelen kan vaststellen die daarmee worden toegevoegd aan het register keuzedelen.

Wat betekent dit voor een onderwijsteam?

Een middelgroot ROC met 12.000 studenten en 1.100 medewerkers biedt ruim 150 mbo-opleidingen aan die gegeven worden op 5 verschillende locaties. De docenten zijn verdeeld over ongeveer 35 onderwijsteams met 8 tot 15 docenten die het onderwijs verzorgen voor 3 tot 7 opleidingen.

In het kader van de herziening van de kwalificatiestructuur zijn deze docententeams, náást het lesgeven, voor iedere opleiding bezig met en betrokken bij:

  • het ontwikkelen van een nieuw curriculum en lesprogramma voor al hun opleidingen op basis van de herziene kwalificatiedossiers;

  • het ontwikkelen van leermiddelen;

  • het ontwikkelen van nieuwe examens;

  • opstellen van het meerjaren rooster;

  • bij al hun opleidingen in goed overleg met het bedrijfsleven te bedenken welke keuzedelen ze willen aanbieden;

  • het bedenken van een systematiek waarmee ze controleren of dit aanbod van keuzedelen nog actueel is;

  • het ontwikkelen van onderwijs, examens en leermiddelen voor de keuzedelen;

  • voorlichting aan studenten over de inhoud van én keuze voor keuzedelen;

  • afspraken maken met de studieloopbaanbegeleiders om de mogelijkheden en onmogelijkheden van de keuzedelen voor studenten duidelijk te maken;

  • afspraken maken met de examencommissies over bovenstaande keuzes;

  • deze keuzes af te stemmen met de docententeams die dezelfde opleidingen geven op andere locaties;

  • deze keuzes af te stemmen met staf en directie/bestuur.

Motie Lucas c.s.

Met de motie wordt verzocht het behalen van de keuzedelen in het mbo eerder onderdeel te laten worden van de slaag-zakregeling, namelijk voor studenten die afstuderen in of na 2018–2019 wanneer zij gestart zijn vanaf het cohort 2016–2017. De motie betekent een aanzienlijke versnelling van het moment waarop het behalen van de keuzedelen onderdeel worden van de slaag-zakregeling.

Het betekent dat voor alle studenten die vanaf 1 augustus 2016 starten met een opleiding met een duur van meer dan 2 jaar het behalen van keuzedelen onderdeel wordt van de slaag-zak regeling. De facto betekent dit dat studenten in 3- en 4-jarige opleidingen gelijk starten met een opleiding waar het behalen van de keuzedelen gaat meetellen voor het behalen van het diploma. Deze studenten kunnen ook direct in het eerste jaar keuzedelen volgen, afhankelijk van wanneer de school deze inplant. Dit betekent dat er dus eigenlijk geen ruimte is om ervaring op te doen met de keuzedelen voordat ze gaan meetellen voor diplomering.

Wanneer wordt het behalen van de keuzedelen onderdeel van de slaag-zakregeling volgens de huidige wetgeving met cohortbenadering?

Voor alle studenten die starten per 1 augustus 2018:

  • in een eenjarige entree-opleiding in 2018–2019;

  • in een tweejarige mbo-niveau 2 opleiding in 2019–2020;

  • in een driejarige mbo-niveau 3 en niveau 4 opleiding in 2020–2021;

  • in een vierjarige mbo-niveau 4 opleiding in 2021–2022.

Wanneer wordt het behalen van de keuzedelen onderdeel van de slaag-zakregeling volgens de motie Lucas c.s.?

Voor studenten:

  • in een eenjarige entree-opleiding, gestart per 1/8/2018, in 2018–2019;

  • in een tweejarige mbo-niveau 2 opleiding, gestart per 1/8/2017 in 2018–2019;

  • in een driejarige mbo-niveau 3 en niveau 4 opleiding, gestart per 1/8/2016, in 2018–2019;

  • in een vierjarige mbo-niveau 4 opleiding, gestart per 1/8/2016, in 2019–2020.

Deze motie vergt een wetswijziging (want de cohortbepaling moet worden aangepast), naast een wijziging van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB. Als bijlage is een korte juridische toelichting hierop opgenomen5. De wetswijziging vergt 2 jaar en kan dus in principe op z’n vroegst per 1 augustus 2018 in werking treden.

Instemmen met deze motie zet de zorgvuldige voorbereiding van de implementatie van de herziene kwalificatiestructuur onder grote druk:

  • Eerder in deze brief is inzicht gegeven in de acties die scholen en studenten hebben ondernemen in de aanloop naar 1 augustus 2016. Veel van de informatievoorziening is niet meer juist als de motie wordt doorgevoerd. Nieuwe studenten moeten gedifferentieerd worden geïnformeerd (afhankelijk van het feit of hun opleiding voor korter of langer dan 2 jaar is gepland), het aanbod keuzedelen zal moeten worden aangepast met gevolgen voor programmering en planning.

  • Voor veel studenten die zich vanaf 1 augustus 2016 inschrijven ontstaat een onduidelijke en daarmee onzekere situatie. Deze onzekere situatie betreft met name de studenten voor de entree-opleiding en niveau 2, de meest kwetsbare groep van de mbo-studenten. Als er om welke reden dan ook sprake is van studieverlenging, soms maar van enkele maanden, kan dat betekenen dat de datum van 1 augustus 2018 wordt gepasseerd en dat dien ten gevolge het behalen van de keuzedelen opeens wel gaan meetellen in de slaag-zakbeslissing. Dit terwijl deze studenten er vanuit zijn gegaan dat zij het diploma kunnen behalen ongeacht het resultaat op de keuzedelen.

  • Een voorbeeld: een student aan een mbo-niveau 2 opleiding start in augustus 2016 en verwacht zijn opleiding in twee jaar tijd af te kunnen ronden in juli 2018. Helaas moet deze student nog herexamens doen na de zomervakantie en passeert de datum van 1 augustus 2018 en dan gaan de keuzedelen opeens wel meetellen.

  • Veel scholen kennen flexibele instroommomenten. De relatie tussen het moment van instroom, de verwachte studieduur en de datum van 1 augustus 2018 bepalen of voor de betreffende student het behalen van keuzedelen wel of niet meetelt in de slaag-zakregeling. Dit maakt het voor studenten en scholen complexer en de foutgevoeligheid neemt dan ook toe.

  • Er ontstaat een merkwaardig voordeel voor de opleidingen die 2 tot 3 jaar mogen duren en waarbij de instelling die de opleiding programmeert in 2 jaar aan de studenten kan aangeven (mits zij op tijd afstuderen) dat de keuzedelen niet hoeven te worden behaald voor diplomering. Voor dezelfde opleiding die in 3 jaar wordt geprogrammeerd geldt wel dat de keuzedelen gaan meewegen in de slaag-zakbeslissing. Er komt daarmee een druk op studenten om hun opleiding in 2 jaar af te ronden.

  • Scholen hebben zich voorbereid op de start van de opleidingen op basis van de herziene kwalificatiedossiers uitgaande van de eerder genoemde cohortbenadering. Het alternatief betekent dat veel scholen het inmiddels samengestelde aanbod van keuzedelen voor de studenten die zich inschrijven per 1 augustus 2016 zullen heroverwegen. Immers voor meer dan 75% van de studenten, namelijk diegenen met een 3- of 4-jarige opleiding, gaan de keuzedelen wel meetellen voor de slaag-zakbeslissing. Met die kennis zal de instelling omvang en zwaarte van het aanbod van de keuzedelen heroverwegen om de kans op zakken (met alle gevolgen voor bijvoorbeeld vsv en diplomabekostiging) te minimaliseren. Dit kan worden voorkomen door de scholen eerst enkele jaren te geven om ervaring op te doen met de keuzedelen, voordat er studenten starten met opleidingen waar het behalen van keuzedelen daadwerkelijk gaat meetellen voor het behalen van het diploma. Bij de meeste opleidingen zijn al onderwijs- en examenregelingen (OER) opgesteld, die vanwege genoemde motie weer aangepast zouden moeten gaan worden. Daarmee ontstaan er volgens docenten risico’s voor de kwaliteit van de examinering van de keuzedelen.

  • Er ontstaat een grote administratieve uitdaging voor de scholen om de gevolgen van de aanpassing van de regelgeving tijdig te verwerken. De reeds toegelichte impactanalyse laat zien dat eerdere aanpassingen van de regelgeving al aanzienlijke impact heeft op de organisatie en uitvoering van de werkprocessen van de scholen. Onderdeel van deze impact is het doorvoeren van aanpassingen in de informatiesystemen van de scholen. Een eventuele volgende aanpassing van de regelgeving zal deze impact verder verzwaren.

Wat betekent dit voor een onderwijsteam?

Het gevolg van de motie Lucas c.s. is dat deze docententeams in de maanden mei en juni van dít jaar (juist de drukke examen- en diplomerings-maanden) opnieuw aan de slag moeten met:

  • vaststellen op welke studenten en vervolgens op welke opleidingen de motie van toepassing is;

  • onderzoeken wanneer de studenten die doorstromen geraakt worden door de motie;

  • het per opleiding heroverwegen van het aanbod van keuzedelen;

  • op basis van de heroverweging het vervolgens aanpassen van het curriculum en lesprogramma;

  • aanpassen van het meerjaren rooster;

  • voorlichting aan studenten aanpassen en opnieuw uitvoeren;

  • hernieuwd de discussie met de studieloopbaanbegeleiders voeren om duidelijk te maken dat de keuzedelen voor sommige studenten wel en voor andere studenten niet onderdeel zijn van de slaag-zakbeslissing;

  • het aanpassen van de resultatenstructuur zodat de keuzedelen conform de compensatieregeling zoals opgenomen in het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB worden meegewogen;

  • afwegingen en gemaakte keuzes onderling afstemmen met andere onderwijsteams en met staf en directie/bestuur.

In gesprek met het veld

Ik heb, conform de afspraak met uw Kamer, bij docenten, studenten en een aantal bestuurders van de scholen geïnformeerd naar de effecten van een versnelling van het laten meetellen van de keuzedelen bij de zak-slaagbeslissing. Dat heeft de volgende inzichten opgeleverd:

  • Het invoeren van de keuzedelen vraagt om flexibele en responsieve organisaties. Scholen zitten veelal in het veranderproces dat moet leiden tot de gewenste flexibiliteit en daar is tijd voor nodig. Juist het feit dat het behalen van keuzedelen nog niet nodig is voor het behalen van het diploma geeft ruimte om de benodigde veranderingen door te voeren.

  • Het eerder onderdeel zijn van de slaag-zakbeslissing betekent dat het aanbod van keuzedelen per 1 augustus 2016 zowel in kwantiteit (minder) als in kwaliteit (minder zwaar en minder divers) geminimaliseerd wordt.

  • Het is goed dat keuzedelen serieus meetellen en dus onderdeel worden van de slaag-zakbeslissing. Echter dan moet het ook gaan over serieuze keuzedelen. Juist voor de combinatie van serieus meetellen en serieus keuzedeel is nog tijd nodig. Daarbij heeft het dan de voorkeur om ruimte te geven op serieus meetellen, zodat er in 2016 sprake is van de inzet van serieuze keuzedelen.

  • De innovatieve keuzedelen waar juist een belangrijke toegevoegde waarde ligt voor het bedrijfsleven zullen minder worden aangeboden.

  • Scholen zijn ook wat betreft de organisatie van de werkprocessen bekend met het werken conform de cohortbenadering. Een ander systeem introduceren wordt administratief een stevige uitdaging.

Studenten, docenten en bestuurders vinden allen een versnelling van het laten meetellen van keuzedelen voor diplomering zeer onwenselijk en onhaalbaar.

Verkenning alternatieve versnellingsmogelijkheid

Zoals toegezegd aan de Kamer heb ik onderzocht of er mogelijkheden zijn om het meetellen van het behalen van de keuzedelen voor de slaag-zakbeslissing te versnellen. Daarbij is het uitgangspunt dat de cohortbenadering blijft gelden, omdat aanpassing hiervan, zoals hierboven beschreven, te grote gevolgen heeft voor alle partijen. De mogelijkheid die verkend is, is dat het behalen van keuzedelen gaat meetellen voor diplomering vanaf het cohort 2017–2018 in plaats van het cohort 2018–2019. Een dergelijk alternatief heeft niet het nadeel van het introduceren van een ander systeem naast het systeem van de cohortbenadering.

Voor deze mogelijkheid is geen wetswijziging nodig. Wel moet het koninklijk besluit worden aangepast. Met het koninklijk besluit is namelijk het studiejaar bepaald waarin het behalen van keuzedelen gaat meetellen voor diplomering. Ook zal het Besluit keuzedelen moeten worden aangepast. Dit besluit wordt inhoudelijk gewijzigd, gaat daarna voor uitvoeringstoets naar DUO en Inspectie van het Onderwijs en wordt uitgezet voor internetconsultatie. Op basis van de reacties wordt het besluit verder aangepast en daarna aan de Raad van State aangeboden. Na verwerking van het advies van de Raad van State kan het besluit worden gepubliceerd in het Staatsblad. Als bijlage is een korte juridische toelichting opgenomen.

Ik moet echter, na overleg met studenten, docenten en bestuurders concluderen dat dit alternatief geen oplossing biedt voor de eerder geformuleerde negatieve effecten die het gevolg zijn van uitvoering van de motie Lucas c.s. zoals ingediend tijdens het VSO op 14 april. Het traject van het wijzigen van het Besluit keuzedelen vergt namelijk in totaal circa een jaar, waardoor het aangepaste Besluit pas rond april 2017 kan worden gepubliceerd. Docenten en scholen hebben dan nog maar enkele maanden tot de start van het studiejaar 2017–2018 en daarmee niet genoeg tijd om de benodigde aanpassingen door te voeren:

  • Informatiegidsen voor het schooljaar 2017–2018 moeten al gereed zijn in februari 2017. Scholen weten dan echter nog niet zeker of het behalen van de keuzedelen nodig is voor het behalen van het diploma.

  • Studenten melden zich aan vanaf februari 2017. Deze studenten kunnen dus niet goed worden voorgelicht of het behalen van hun keuzedelen wel of niet meetelt voor diplomering.

  • Docenten moeten de studieloopbaanbegeleiders opnieuw voorlichten om duidelijk te maken dat het behalen van de keuzedelen vanaf het studiejaar 2017–2018 meetelt voor diplomering.

  • Docenten en examencommissies moeten in goed overleg voorbereidingen treffen om de compensatieregeling voor de keuzedelen al in het studiejaar 2017–2018 toe te passen.

  • De afwegingen en gemaakte keuzes moeten onderling worden afgestemd tussen de onderwijsteams en met de staf en de directie en het bestuur.

Daarnaast blijven dezelfde nadelige gevolgen aan de orde, zoals eerder in deze brief geschetst. Door het behalen van de keuzedelen ook al sneller dan eerder voorzien te laten meetellen voor het behalen van het diploma, zullen scholen minder verschillende keuzedelen en juist de voor de student makkelijker keuzedelen aan gaan bieden. Dit om te voorkomen dat het aantal voortijdig schoolverlaters zal stijgen. Studenten zullen ook eerder voor de makkelijker keuzedelen gaan kiezen om ervoor te zorgen dat ze toch het diploma kunnen behalen. Dit levert een ernstig risico op dat een van de beoogde doelen van de introductie van de keuzedelen, een nog betere voorbereiding van studenten op de arbeidsmarkt of het vervolgonderwijs, vooralsnog niet of nauwelijks wordt bereikt.

De afspraken met het veld zijn er op gericht om de beschikbare tijd totdat het behalen van keuzedelen gaat meetellen te gebruiken om verder inzicht te krijgen in de mogelijkheden en valkuilen van de inzet van keuzedelen. Scholen kunnen zo leren van de inzichten uit de eerste jaren over bijvoorbeeld de organisatie en werkprocessen rondom keuzedelen. Ook kunnen ze ervaring opdoen met de keuzes van studenten voor keuzedelen en welke resultaten ze hiervoor halen. Zoals ik u al eerder heb geïnformeerd wordt daartoe onder andere een «monitor keuzedelen» ingericht.

In augustus 2016 zullen er meer dan 700 keuzedelen door mij zijn vastgesteld. De keuzedelen worden door het departement, het onderwijs en het bedrijfsleven serieus genomen. Wij willen allen graag een zorgvuldige implementatie, waarbij het wel belangrijk is dat er direct vanaf 1 augustus 2016 serieus werk wordt gemaakt van de keuzedelen door studenten, docenten en bestuurders. Het opdoen van ervaring is belangrijk, zodat we de keuzedelen vanaf 1 augustus 2018 verantwoord kunnen laten meetellen voor studenten die starten met hun opleiding. Het versnellen van het behalen van de keuzedelen voor de slaag-zakbeslissing, ook in aangepaste vorm, zet grote druk op de zorgvuldigheid van het implementatietraject met als mogelijk gevolg dat een goede start met de inzet van keuzedelen onder druk komt te staan. Dat vind ik onwenselijk.

Met het versnellen van het moment van meetellen van het behalen van de keuzedelen verdwijnt de facto alle ruimte om de implementatie van de keuzedelen in goede banen te leiden. Deze implementatie is een majeure operatie voor het mbo. Juist het feit dat er twee jaar (cohorten 2016–2017 en 2017–2018) ruimte is voor ontwikkeling op basis van ervaringen en de uitkomsten van de geplande «monitor keuzedelen», wordt door de scholen gezien als een belangrijke voorwaarde voor het komen tot een goede en zorgvuldige inzet van keuzedelen. Ik betreur het dat er sprake is van een misverstand tussen kabinet en Kamer inzake het amendement Lucas c.s. Daarbij constateer ik dat zoals in het oorspronkelijke amendement Lucas c.s. geformuleerd er consensus is over het feit dat de keuzedelen deel gaan uit maken van de slaag-zakbeslissing.

Tot slot

Ik heb mijn uiterste best gedaan om maximaal tegemoet te komen aan uw wens tot een zo spoedig mogelijke invoering. Echter, gezien alle signalen die ik krijg over de impact op scholen, docenten en studenten die het eerder meetellen van het behalen van keuzedelen voor diplomeren van studenten heeft, kan ik niet anders dan uw Kamer adviseren geen verdere versnelling aan te brengen in het precaire proces van de implementatie van de herziening van de kwalificatiestructuur. Ik vraag uw Kamer hiermee nadrukkelijk rekening te houden bij de afweging over de nu voorliggende motie.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker