Gepubliceerd: 4 september 2014
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: financiƫn inkomensbeleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34017-4.html
ID: 34017-4

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 29 augustus 2014, aangeboden aan de Koning door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 8 juli 2014, nr. 2014001315, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermeld voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juli 2014, nr. WO4.14.0218/l, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Na ommekomst van het advies van de Afdeling, heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om het wetsvoorstel op een enkel punt technisch te verbeteren. Dit betreft een verbetering van artikel I, onderdelen B en F, van het wetsvoorstel. Hiermee wordt bezoldiging van topfunctionarissen die tijdens een periode vooruitlopend op uitdiensttreding geen werkzaamheden meer verrichten, voor de toepassing van de WNT aangemerkt als een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband. Hierdoor is deze doorbetaling gekoppeld aan de norm voor uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband. Hiernaast zijn enkele kleine technische verbeteringen in het wetsvoorstel aangebracht. De memorie van toelichting is met deze verbeteringen in overeenstemming gebracht.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk