Gepubliceerd: 25 maart 2010
Indiener(s): Willibrord van Beek (VVD)
Onderwerpen:
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32276-7.html
ID: 32276-7

32 276
Vaststelling van de Wet invoeringswet fiscaal stelsel BES (Invoeringswet fiscaal stelsel BES)

nr. 7
VERSLAG

Vastgesteld 25 maart 2010

De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

1. Inleiding 1

2. Transitiedatum en inwerkingtreding van het fiscale stelsel 2

3. Aanpassingswetgeving 2

4. Overgangswetgeving 2

4.1 Economische zones 3

4.2 Penshonadoregeling 3

4.3 Winstbelasting 4

6. Budgettaire aspecten 4

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Invoeringswet fiscaal stelsel BES. Aangezien de Nederlandse minister of staatssecretaris van Financiën vanaf de ontmantelingsdatum verantwoordelijk wordt voor de uitvoering van het fiscale stelsel op de BES, moet volgens deze leden een aantal zaken worden geregeld.

De leden van de fractie van de SP hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Invoeringswet fiscaal stelsel BES. Zij hebben naar aanleiding daarvan een vraag.

De leden van de fractie van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van genoemd wetsvoorstel dat voorziet in enkele maatregelen voor de overgang van het Nederlands-Antilliaanse fiscale stelsel naar het nieuwe Nederlandse fiscale BES stelsel.

2. Transitiedatum en inwerkingtreding van het fiscale stelsel

De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering aan te geven in hoeverre zij van mening is dat het continueren van het huidige belastingstelsel tot 1 januari 2011 niet zal kunnen leiden tot tussentijds misbruik omdat er bepaalde ontgaansmogelijkheden worden geboden.

De leden van de ChristenUnie-fractie spreken hun zorgen uit of het ambtenarenapparaat op de BES-eilanden en in Nederland op tijd gereed zal zijn met alle voorbereidingen om het nieuwe fiscale BES stelsel in te voeren. Deze leden vragen op welke manier de informatievoorziening zowel voor burgers als bedrijven met betrekking tot de invoering van het nieuwe fiscale BES-stelsel is geregeld en of er helder gecommuniceerd wordt over de gevolgen van het nieuwe fiscale BES stelsel voor het bedrijfsleven en particulieren.

De inwerkingtredingsdatum zal liggen op 1 januari 2011 of enig ander vast verandermoment na de transitiedatum. In hoofdstuk II, artikel 1, is de inwerkingtredingsdatum geregeld voor de invoering van het nieuwe fiscale stelsel en van de overgangsregeling. De leden van de ChristenUnie vragen waar de inwerkingtredingsdatum van de aanpassingswetgeving wordt geregeld. Ook vragen deze leden de regering een schatting te geven van de extra financiële middelen die gemoeid zijn met de introductie van een overgangsregeling, doordat het nieuwe stelsel niet samenvalt met het tijdstip van de transitie. Voorts vragen deze leden de regering of bij de vaststelling van de transitiedatum rekening is gehouden met de problemen die dit zou opleveren bij de invoering van het nieuwe fiscale BES-stelsel.

Om de administratieve lasten en andere kosten voor burgers en bedrijven beperkt te houden zal voor het nieuwe belastingstelsel evenals voor de invoering van de dollar worden aangesloten bij de in Nederland gebruikelijke praktijk van vaste verandermomenten. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering om een overzicht van de extra administratieve lasten en kosten die de invoering van het fiscale stelsel BES met zich meebrengt. Ook vragen deze leden, in hoeverre het nieuwe fiscale BES stelsel het investeringsklimaat versterkt en ruimte creëert voor nieuwe investeerders.

3. Aanpassingswetgeving

Naast beleidsarme wijzigingen, zoals de vervanging van het begrip «Nederlandse Antillen», bevat het wetsvoorstel aanpassingswetgeving. Daarbij wordt de buitenlandse belastingplicht in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 aangepast zodat de aan een vaste inrichting op de BES eilanden toe te rekenen winst eveneens in de heffing van de Nederlandse vennootschapsbelasting kan worden betrokken, zo lezen de leden van de CDA-fractie. Zij vragen of de regering de stelling dat deze maatregel eventueel kan vervallen op het moment dat de Belastingregeling voor het Koninkrijk wordt aangepast, kan toelichten.

Tevens vragen deze leden of de regering een verklaring kan geven van de delegatiebevoegdheid voor de zogenoemde Belastingregeling voor het land Nederland, welke beoogt de fiscale verhoudingen tussen het Nederlandse fiscale stelsel enerzijds en het BES fiscale stelsel anderzijds te regelen met als doel het voorkomen van dubbele belasting of dubbele vrijstelling. Waarom wordt dit door middel van een delegatiebevoegdheid geregeld en wanneer wordt invulling gegeven aan deze bevoegdheid?

4. Overgangswetgeving

De regering komt met overgangswetgeving met als uitgangspunt dat geen wijziging wordt aangebracht in de op het tijdstip van de transitie bestaande fiscale rechten, verplichtingen en rechtsverhoudingen. De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering te schetsen welke rechten, verplichtingen en rechtsverhoudingen dit zoal zijn en hoe lang deze worden gecontinueerd. In hoeverre is de Nederlandse Belastingdienst, die voor de afwikkeling van een en ander moet gaan zorgen, voldoende geëquipeerd om dit om een juiste wijze af te wikkelen? Kan de regering een overzicht geven van algemene overgangsmaatregelen uit de Invoeringswet BES die van belang zijn voor de fiscaliteit?

De leden van de VVD-fractie onderschrijven het uitgangspunt van het overgangsrecht dat uitgesloten is dat de transitie tot gevolg zou hebben dat per transitiedatum (oude) belastingschulden vervallen. Zij vragen de regering wel om een indicatie van de omvang van de «oude» belastingschulden per beoogde transitiedatum.

Deze leden hebben tevens kennisgenomen van het voorstel om gedurende een overgangstermijn voor bepaalde belastingplichtigen een uitzondering te maken op het nieuwe structurele fiscale stelsel. Zij vragen de regering of die «bepaalde belastingplichtigen» beperkt blijven tot de drie genoemde categorieën of dat er nog andere uitzonderingssituaties zullen bestaan.

De afwikkeling van «oude» rechten, verplichtingen en rechtsverhoudingen kan niet meer worden verricht door de BES-eilanden en de huidige verantwoordelijke ambtenaren. Vanaf het tijdstip van transitie zal de Nederlandse Belastingdienst voor hen in de plaats treden en alle taken en bevoegdheden overnemen. De leden van de ChristenUnie willen weten of deze werkzaamheden op de eilanden uitgevoerd zullen worden of in Nederland en of er gebruik zal worden gemaakt van de expertise van deze ambtenaren onder het regime van Nederland.

4.1 Economische zones

De leden van de VVD-fractie vragen nader te motiveren waarom overgangsrecht geïntroduceerd moet worden ten aanzien van de economische zones voor bedrijven die niet «willen» voldoen aan de voorwaarden zoals neergelegd in de nieuwe regeling betreffende handels- en dienstenentrepots.

Het regime dat gold als gevolg van de Nederlands-Antilliaanse Landsverordening economische zones 2000 zal in geen geval worden voortgezet na de transitiedatum. De leden van de ChristenUnie vragen wat de invloed hiervan is op de economie van de BES-eilanden. Is er sprake van een gunstiger investeringsklimaat, zo vragen deze leden. Ook vragen zij de regering in hoeverre een overgangsperiode van twee jaar voor toelating tot een handels- en dienstenentrepot realistisch is. Waaruit blijkt dat dit haalbaar is? Voorts vragen deze leden of een bedrijf waarvan de beschikking tot toelating na twee jaar wordt ingetrokken door de inspecteur, over kan gaan tot het indienen van schadeclaims.

4.2 Penshonadoregeling

Ten aanzien van de penshonadoregeling stelt de regering voor om gedurende een overgangsperiode van vijf jaar belastingplichtigen die nu onder deze regeling vallen in aanmerking te laten komen voor een lager IB-tarief over inkomsten die zij van buiten de BES genieten. De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering aan te geven of dit lagere IB-tarief alleen geldt voor belastingplichtigen die nu onder de penshonadoregeling vallen, of voor alle belastingplichtigen met inkomsten van buiten de BES. Waarom komen de belastingplichtigen, behalve het feit dat ze onder een lager IB-tarief vallen, in afwijking van de huidige regeling en vooruitlopend op de overgang na vijf jaar gedurende de overgangsperiode wel in aanmerking voor de belastingvrije som en de kinderkorting? Waarom komen ze niet in aanmerking voor de aftrek van buitengewone lasten en persoonlijke lasten? Ware het niet overzichtelijk het alleen bij een lager tarief te houden?

De leden van de VVD-fractie vragen een nadere onderbouwing van het overgangsrecht van vijf jaar in de Penshonadoregeling. Waarom wordt in die overgangsperiode wel al de belastingvrije som en de kinderkorting mogelijk gemaakt?

Voor de penshonadoregeling wordt een overgangsregeling van vijf jaar getroffen. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering wat het gevolg is voor de netto-inkomsten van degenen die gebruik maakten van deze regeling. Met andere woorden: hoe groot is het koopkrachtverlies?

4.3 Winstbelasting

De regering stelt een overgangsregeling voor op het gebied van de winstbelasting in verband met de eindafrekening. Voor feitelijk op de BES eilanden gevestigde lichamen die vanaf het tijdstip van transitie op grond van de in de opbrengstbelasting opgenomen vestigingsplaatsfictie op de BES eilanden blijven, wordt in beginsel een conserverende aanslag opgelegd over de eindafrekeningswinst met renteloos uitstel van betaling tot en met 31 december 2015. De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering toe te lichten waarom al na vijf jaren de conserverende aanslag wordt kwijtgescholden. Waarom wordt in de tussenliggende jaren reeds de verschuldigde vastgoedbelasting in mindering gebracht op de conserverende aanslag?

Voor op het eiland gevestigde lichamen die vanaf het tijdstip van transitie op Bonaire, Saba of Sint Eustatius blijven, wordt een conserverende aanslag opgelegd, in plaats van af te rekenen voor de eindafrekeningswinst in de vennootschapsbelasting. De leden van de SP-fractie vragen hoeveel geld hiermee is gemoeid als het op 1 januari 2016 nog openstaande deel van de conserverende aanslag wordt kwijtgescholden.

6. Budgettaire aspecten

De belastingopbrengst die door de Belastingdienst zal worden geïnd, zal worden meegenomen in het kader van de ontmanteling van het land Nederlandse Antillen, zo lezen de leden van de CDA-fractie. Zij verzoeken de regering dit toe te lichten. Hoe hoog verwacht de regering dat deze opbrengst zal zijn? Voorts vragen genoemde leden in hoeverre de extra kosten die de Belastingdienst moet maken in verband met het uitvoeren van de overgangsregelingen uit deze opbrengst worden gefinancierd.

De leden van de VVD-fractie vragen de regering of de indicatieve omvang bekend is van de nagekomen bate ten behoeve van de voormalige eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba respectievelijk het land Nederlandse Antillen. Op welke wijze zal die bate «worden meegenomen in het kader van de ontmanteling van het land Nederlandse Antillen»?

De voorzitter van de commissie,

Van Beek

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Voorzitter, Van Gent (GL), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Blok (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Remkes (VVD), Van Velzen (SP), Van Bochove (CDA), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), Van Hijum (CDA), Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Pechtold (D66), Brinkman (PVV), Ortega-Martijn (CU), Van Raak (SP), Schinkelshoek (CDA), Ouwehand (PvdD), Lempens (SP), De Rouwe (CDA), Van Toorenburg (CDA), Laaper-ter Steege (PvdA) en Yücel (PvdA).

Plv. leden: Ten Broeke (VVD), Halsema (GL), Van Leeuwen (SP), Van der Vlies (SGP), Zijlstra (VVD), Wolbert (PvdA), Weekers (VVD), Poppe (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Vacature (CDA), Ondervoorzitter, Blom (PvdA), Vacature (CDA), Van Miltenburg (VVD), Spekman (PvdA), Koşer Kaya (D66), Graus (PVV), Voordewind (CU), Vacature (SP), Vacature (CDA), Thieme (PvdD), Van Dijk (SP), Vacature (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Kalma (PvdA) en Bouchibti (PvdA).