Kamerstuk 32123-XIV-13

Reactie op verzoek commissie LNV t.b.v het VAO Aalbeheerplan

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 22 september 2009
Indiener(s): Gerda Verburg (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CDA)
Onderwerpen:
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-XIV-13.html
ID: 32123-XIV-13

32 123 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 september 2009

Naar aanleiding van uw verzoek van 21 september jl. (2009Z16886/2009D44458) zou ik graag het volgende willen aangegeven.

Alvorens op uw specifieke vragen in te gaan, wil ik u gaarne informeren over het telefonisch overleg dat ik afgelopen vrijdag 18 september jl. had met Commissaris Borg. Dit mede naar aanleiding van zijn overleg met een vertegenwoordiging van het Europees Parlement en de Nederlandse visserijsector.

Commissaris Borg gaf aan dat hij het Europees kader, de procedure en de Europese besluitvorming aan de sector heeft toegelicht. Daarbij heeft hij benadrukt de centrale rol die het advies van ICES speelt bij de besluitvorming door de Europese Commissie.

De Commissaris riep tijdens het telefoongesprek in herinnering dat wij verschillende malen intensief over dit plan hebben gesproken.

Naar zijn mening heeft Nederland zich niet alleen sterk gemaakt voor het op basis van het door de Combinatie van Beroepsvissers ingediende plan gewijzigde Nederlands Aalbeheerplan. Ikzelf heb al het mogelijke gedaan om dit plan bij de Europese Commissie toe te lichten en te verdedigen, zoals mijn ambtenaren dat bij de diensten van de Europese Commissie hebben gedaan.

De Commissaris wees daarbij op de door mij ingebrachte elementen, waaronder het advies van de Commissie Eijsackers, de voorstellen van het door de combinatie van Beroepsvissers ingediende Plan, de mogelijkheden van decentraal aalbeheer en het draagvlak bij de betrokken vissers.

Kernpunt voor de Commissie was echter het advies van ICES dat negatief was. Hij herhaalde dat volgens ICES het Nederlandse streefbeeld voor schieraaltrek te laag is ingeschat. Door een te laag streefbeeld als uitgangspunt te nemen, resulteerden de in het aanvankelijk ingediende plan opgesomde maatregelen in een onvoldoende effect.

Daarbij wees hij wederom op het feit dat ook volgens ICES zeer vergaande maatregelen nodig zijn om een herstel van het aalbestand te bewerkstelligen. Dat geldt voor Europa, dus ook voor Nederland. Indien ICES een negatief advies heeft uitgebracht, dan kan de Europese Commissie ingevolge de Europese regelgeving een plan niet goedkeuren, aldus Commissaris Borg. Daarbij wees hij tevens op de sancties indien er geen goedgekeurd plan in een lidstaat is.

In het Algemeen Overleg van vorige week heb ik op vragen van het lid Jacobi aangegeven de mogelijkheden van een pilotproject voor regionaal beheer voor volgend jaar te willen bezien, mits deze aan een aantal voorwaarden voldoet (zie hieronder). Ook dit heb ik met Commissaris Borg besproken.

Hij acht een dergelijk voorstel tot de mogelijkheden behoren mits er nieuwe data en gegevens kunnen worden overgelegd en ICES daarover positief zou adviseren. Nadrukkelijk wees hij daarbij op de noodzaak om het huidige Nederlandse Aalbeheer plan zo spoedig mogelijk te implementeren.

Voorwaarden die ik, gegeven het Europees kader, aan een pilot decentraal beheer wil stellen zijn:

• Kennis van de locale aalstand en aalvangsten;

• Vergelijkbaar effect als vangstverbod voor 3 maanden;

• Transparantie van het systeem, zodat het plan uitvoerbaar en controleerbaar is. Evaluaties moeten onderdeel van het plan zijn.

Genoemde voorwaarden dienen door een onafhankelijke organisatie zijn beoordeeld en met instemming van de leden van de Visstandbeheer Commissie overeengekomen.

Dit is nodig, omdat een pilot moet passen binnen een aangepast nationaal aalbeheerplan. Daarbij is het met name van belang dat decentraal beheer tot dezelfde resultaten leidt dan het nu bij de Europese Commissie ingediende plan.

Met Commissaris Borg heb ik ook gesproken over mogelijke financiële maatregelen. Hij gaf aan dat het Europees Visserij Fonds (EVF) daartoe onder voorwaarden mogelijkheden biedt. Hij benadrukte daarbij dat het binnen de huidige financiële kaders dient te geschieden en dat daar waar reeds de middelen zijn bestemd, herallocatie mogelijk is, maar dat dit dan ten koste zou gaan van andere mogelijkheden.

Ik heb met hem afgesproken dat onze medewerkers de mogelijkheden verder zullen verkennen.

Uit het voorgaande moge blijken dat de Europese Commissie op de hoogte was en is van niet alleen het plan van de Combinatie van Beroepsvissers maar ook over mogelijkheden van decentraal aalbeheer. Dat staat niet alleen met zoveel woorden in het plan, maar is ook in gesprekken met de Europese Commissie aan de orde geweest. Zoals hiervoor is aangegeven, behoort een pilotproject zoals voorgesteld door het lid Jacobi voor decentraal aalbeheer tot de mogelijkheden onder de hiervoor geschetste voorwaarden.

Ten aanzien van het rapport van de Commissie Eijsackers heeft ICES gesteld dat zij de aanbevelingen daaruit zullen meenemen in hun toekomstig werk. Mij is niet bekend dat de heer Eijsackers zou hebben aangegeven dat ICES zijn rapport onjuist zou hebben geïnterpreteerd.

De wijze waarop het advies van ICES tot stand komt valt onder de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie.

Reeds over het eerste Nederlandse aalbeheerplan hebben uitgebreide consultaties plaatsgevonden. In dit plan was een vangstverbod van twee maanden opgenomen. Ook over het aangepaste plan op basis van het door de Combinatie van beroepsvissers ingediende Nederlands Aalbeheerplan is veelvuldig contact geweest.

Ten aanzien van de goedkeuringsprocedure het volgende. Vandaag zal volgens planning in het zogenoemde beheerscomité over een drietal nationale plannen worden gestemd. Naar aanleiding van deze stemming zal de Europese Commissie het besluit formaliseren en publiceren. Om die reden zie ik dan ook geen mogelijkheid om op uw verzoek in te gaan om deze besluitvorming uit te stellen.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg