Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 september 2009
In het Algemeen Overleg van 4 maart 2009 met de Vaste Commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft de heer Van Leeuwen (SP) mij gevraagd onderzoek te doen naar de handel en wandel van Succesparken. Ik heb toegezegd geen onderzoek te doen maar, na overleg met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, uw Kamer schriftelijk te informeren. (Kamerstuk 31 700 Xl, nr. 75).
Ik bied u hierbij, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de gevraagde informatie aan.
De vraag van de heer Van Leeuwen betreft het onderwerp herstructurering van campings en spitst zich toe op 2 daarmee samenhangende aspecten:
• Het effect voor langkampeerders
• Het effect op het landschap, in het bijzonder het kwetsbaar gebied
De heer Van Leeuwen motiveert zijn vraag door te stellen dat het «wegpesten» van langkampeerders en het ombouwen van campings tot bungalowparken nog steeds doorgaat en het lastig blijkt om daar tegenin te gaan. Als voorbeeld daarbij noemt hij park De Bonte Vlucht van Succesparken. Succesparken zou verder de ruimtelijke invulling van vaak kwetsbaar gebied voor een flink deel voor zijn rekening nemen en met het doorgaan van het oprichten van recreatieparken, zoals park De Bonte Vlucht, zou er een onaanvaardbare druk op het schaarse, open gebied blijven bestaan en zouden de grenzen tussen stad en landschap vervagen.
Om het gestelde te toetsen heeft de VROM-Inspectie samen met het ministerie van LNV gesprekken gevoerd met diverse betrokken partijen, zodat een goed beeld kon worden gevormd. Deze partijen zijn het bedrijf Succesparken zelf, de brancheorganisatie RECRON (welke een geschillencommissie voor verblijfsrecreanten heeft) en de gemeenten Utrechtse Heuvelrug en Breukelen. In beide gemeenten heeft Succesparken ontwikkelprojecten (recreatiepark De Bonte Vlucht in Doorn en recreatiepark De Welvaert in Breukelen).
Uit de gevoerde gesprekken kwam de volgende informatie (hier gesplitst naar de twee onderwerpen) naar voren.
Het effect voor langkampeerders
Er is meer vraag naar kwaliteit in het aanbod van verblijfsrecreatie, zo geven de brancheorganisatie RECRON en de geïnterviewde gemeenten aan. Succesparken speelt in op die vraag. Op 5 van de 9 recreatieparken van Succesparken wordt ontwikkeld om een groter kwalitatief aanbod te realiseren. In het algemeen wordt het aanbod vergroot van stacaravans en chalets en soms ook van recreatiewoningen. Er is geen sprake van de oprichting van geheel nieuwe recreatieparken.
Succesparken is in maart 2009 lid geworden van de RECRON. Hierdoor is Succesparken sindsdien gehouden aan de RECRON-voorwaarden. Bij opzegging van contracten van vaste plaatsen bij herstructurering gelden voorwaarden ter bescherming van de recreant. Dit betreft een opzegtermijn van 18 maanden, het aanbieden van een nieuwe plaats op het park en kostenvergoedingen indien geen plaats voorhanden is. Geschillen kunnen worden voorgelegd aan de Geschillencommissie.
De RECRON heeft aangegeven er op toe te zien dat Succesparken zich houdt aan de RECRON-voorwaarden. Uit de aan de Geschillencommissie voorgelegde zaken vanaf maart 2009 is volgens de RECRON niet gebleken dat Succesparken in strijd hiermee handelt. Ook de gemeenten melden geen ongewone voorvallen, voorzover zij hierin, gezien het privaatrechtelijk karakter, inzicht hebben.
Dit neemt niet weg dat zittende recreanten, die zich geconfronteerd zien met herstructureringsmaatregelen en tariefsverhogingen van onder andere de standplaatsen (binnen door RECRON gestelde grenzen) dit als weinig positief ervaren. Zij geven er de voorkeur aan de voor hen vaak jaren bekende en naar eigen smaak ingerichte plaats te behouden tegen lage kosten.
Succesparken onderscheidt zich verder niet van andere recreatieondernemers voor wat betreft herstructureringsactiviteiten, aldus de RECRON.
Ik concludeer dat uit de gevoerde gesprekken geen aanwijzing is gevonden die duidt op het «wegpesten» van langkampeerders door Succesparken, om de herstructurering van de parken te realiseren.
In dit verband wijs ik u nog op het evaluatieonderzoek naar het gemeentelijk verblijfsrecreatiebeleid na intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR), dat het ministerie van LNV momenteel uitvoert. U bent over dit onderzoek geïnformeerd in de brief «Genieten van buiten», die de minister van LNV mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken en mij op 29 juni jl. heeft uitgebracht. In dit onderzoek, waarbij 30 á 40 gemeenten worden geïnterviewd, is ook meegenomen hoe gemeenten omgaan met de gevolgen voor langkampeerders bij sanering of herstructurering van recreatieparken.
De effecten op het landschap, in het bijzonder op kwetsbaar gebied
De heer Van Leeuwen heeft op dit punt een relatie gelegd met het programma Mooi Nederland, speerpunt in het nationaal ruimtelijk beleid. Vanuit met name de gemeenten kwam de volgende informatie naar voren over de landschappelijke context van de ontwikkelingen op twee van de recreatieparken van Succesparken.
Het recreatiepark De Welvaert ligt in de Nationale Landschappen Het Groene Hart en De Nieuwe Hollandse Waterlinie, en in de provinciale EHS. Het park ligt aan de Scheendijk, in een strook van 300 meter breed die bestaat uit meerdere recreatieparken. Het gebied bestaat uit smalle percelen (voormalige legakkers), grenzend aan de Loosdrechtse Plassen. De herstructuringsplannen passen in het gemeentelijk recreatiebeleid om het kwalitatief aanbod aan verblijfsrecreatie te vergroten. Hierbij heeft de gemeente aandacht voor een gevarieerd aanbod qua verschijningsvormen en prijsopbouw. De herstructureringsplannen zijn al geïnitieerd door de vorige eigenaar. Op het park stonden 46 stacaravans in 2 aaneengesloten linten. Hierdoor was volgens de gemeente sprake van een brandgevaarlijke situatie. Op de kop van het perceel stonden 2 recreatiewoningen.
Inmiddels zijn bouwvergunningen verleend, waarbij door middel van art. 19.1 (oude WRO) ontheffingen zijn verleend van het bestemmingsplan. De provincie Utrecht heeft hierbij getoetst of de ontwikkeling past in het beleid voor Nationale Landschappen en de EHS en heeft een «verklaring van geen bezwaar» afgegeven. Er is vergunning verleend voor het plaatsen van 26 chalets (luxe stacaravans), 9 recreatiewoningen (200m3) en een poortgebouw met een beheerderswoning en 2 recreatiewoningen (250m3). De welstandscommissie heeft hierover positief geadviseerd in de bouwvergunningsprocedures.
Een herziening van het bestemmingsplan is in procedure gebracht. Provincie en rijk hebben tegen het ontwerpplan geen zienswijzen ingebracht.
De Bonte Vlucht, Doorn (gemeente Utrechtse Heuvelrug)
Dit park is solitair gelegen in een bosperceel aan de provinciale weg tussen Doorn en Leersum. Het ligt in het Nationaal Landschap Rivierenland en in de Ecologische Hoofdstructuur. Succesparken heeft op verzoek van de gemeente een toekomstvisie voor het park laten opstellen. Een kwaliteitsverbetering van het verblijfsrecreatief aanbod past in het recent vastgestelde gemeentelijke recreatiebeleid. Ook andere recreatieparken binnen de gemeente verhogen de kwaliteit van het aanbod.
De toekomstvisie voorziet in een afname van het aantal toeristische kampeermiddelen, een toename van het aantal stacaravans van 173 naar 180, en een toename van het aantal recreatiewoningen van 86 naar 100.
Succesparken heeft op basis van het toekomstplan een principeverzoek bij de gemeente ingediend, om hieraan planologisch medewerking te verlenen. De gemeente echter is niet van plan hiermee in te stemmen, omdat, op grond van het provinciaal ruimtelijke beleid, het bestemmingsplan geen mogelijkheden geeft voor uitbreiding van het bestaande aanbod aan verblijfsrecreatie. Zowel de voorgestelde aantallen als de voorgestelde oppervlakte- en inhoudsmaten zijn hiermee strijdig.
Ik concludeer dat de geconsulteerde gemeenten de herstructureringsplannen van Succesparken toetsen aan hun recreatiebeleid en aan het bestemmingsplan. Als besloten wordt medewerking te verlenen, dan worden hiervoor waar nodig de juiste planologische procedures gevoerd. Provincie en rijk toetsen in die gevallen op eventuele strijdigheden met het landelijk en provinciaal en ruimtelijk beleid, waaronder het beleid voor Nationale Landschappen en voor de EHS (VROM/Mooi Nederland en LNV). Er zijn hierbij geen strijdigheden vastgesteld.