Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2009
Op 28 april 2009 heb ik bij brief uw Kamer geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingen (centraal apparaatbudget en nieuwe artikelindeling) in begrotingshoofdstuk VII van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het wetgevingsoverleg van 11 juni 2009 over de jaarverslagen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de vaste commissie voor BZK positief gereageerd op de voorgestelde artikelindeling. Deze is dan ook conform verwerkt in begrotingshoofdstuk VII voor 2010.
In de brief van 6 juli 2009 van de voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven aan de minister van Financiën, is te kennen gegeven dat uw Kamer aan centraal apparaatbudget echter een aantal aanvullende voorwaarden stelt.
Ik acht het niet haalbaar om voor de begroting van 2010 tegemoet te komen aan deze aanvullende voorwaarden. Daarnaast is mijns inziens een aantal van de voorstellen ook niet wenselijk. Zoals ook door de commissie voor de Rijksuitgaven is voorgesteld, stel ik de invoering van één centraal apparaatuitgavenartikel per begroting 2010 daarom uit. Op korte termijn zal de minister van Financiën meer uitgebreid reageren op de hierboven genoemde brief van de commissie voor de Rijksuitgaven en met de commissie in overleg treden.