Kamerstuk 31528-10

Amendement van het lid Paulus Jansen over het verstrekken van een vergoeding als de woning tijdens renovatie niet wordt verlaten

Dossier: Wijziging van het Burgerlijk Wetboek (opneming verhuiskostenvergoeding bij renovatie)

Gepubliceerd: 2 september 2009
Indiener(s): Paulus Jansen (SP)
Onderwerpen:
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31528-10.html
ID: 31528-10

31 528
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek (opneming verhuiskostenvergoeding bij renovatie)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID JANSEN

Ontvangen 2 september 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt in de aanhef «drie» vervangen door: vier.

II

Aan artikel I, onderdeel A, artikel 220, wordt een lid toegevoegd, luidende:

8. Indien renovatie als bedoeld in lid 2, derde zin, van woonruimte als bedoeld in artikel 233, plaatsvindt ten tijde van bewoning van die woonruimte, verstrekt de verhuurder een vergoeding voor het ten gevolge van de renovatie ontstane verminderde woongenot en van de ten gevolge van de renovatie ontstane schade aan de inrichting van de woonruimte. De hoogte van de vergoeding wordt bij ministeriële regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie vastgesteld en kan jaarlijks voor 1 maart worden gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Het in de eerste zin genoemde bedrag wordt afgerond op hele euro’s.

Toelichting

Het kan voorkomen dat renovatiewerkzaamheden aan een woning worden uitgevoerd zonder dat daarbij de bewoner(s) in een vervangende woning worden ondergebracht. Verhuurders kiezen, sinds de invoering van een vergoeding voor verhuiskosten bij renovatie, steeds vaker voor deze aanpak.

Door de renovatie kan er een ernstige vermindering worden ondervonden in het woongenot. Ook kan schade ontstaan aan vloerbedekking, wand of plafondafwerking e.d. Het verminderde woongenot kan zich bijvoorbeeld uiten in het tijdelijk ontbreken van sanitaire voorzieningen, van een kookgelegenheid, van aansluiting op (warm)water en energie, van toegang tot delen van de woning, van een onaangenaam binnenhuisklimaat (hoge concentraties bouwstof, warmte, koude, vocht, tocht) of door geluidsoverlast, etc. Dit amendement geeft bewoners die tijdens een renovatie in de woning blijven wonen meer zekerheid over een vergoeding ter compensatie van schade en overlast ten gevolge van renovatie in bewoonde staat.

Het amendement laat de uitwerking van de regeling over aan de minister van WWI.

Een voorbeeld van een mogelijke uitwerking die de indiener voor ogen staat is de financiële vergoedingsregeling voor renovatie in bewoonde staat uit de «Kaderafspraken voor sociale plannen bij sloop en verbetering 2009 t/m 2010», overeengekomen tussen de gemeente Amsterdam, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam.

Jansen